Cyrïel Buysse temidden van zijn familie op zijn buiten
Maison Rose in Afsnee (ca. 1902).
rassing een prachtige, wellicht 20 meter brede asfalt-
baan (de autoracebaan van Oostende) begon die tot
vlak bij Oostende doorliep. Wij vlogen hier langs den
weg, zonder enig geraas, daar wij alleen enige auto's
ontmoetten. Daarop werd Oostende door ons bezich
tigd. Wij wandelden door de stad en langs de gehele
strandboulevard tot aan het Palace Hotel. Het trof ons
hoe hier, evenals te Blankenberghe - in tegenstelling
met Scheveningen - zoveel particuliere huizen, de
balkons met bloemen versierd, aan de zeezijde ston
den, hetgeen een zeer aangename indruk maakte. Van
Oostende hadden wij een goeden mac-adamweg tot
Brugge. Des avonds maakten wij nog een wandeling
door de stad.
13 augustus
Wij bezichtigden het Palais de Justice, het kanton
gerecht, het stadhuis, de Chapelle du Saint Sang,
het Grand Hotel, het Musée des Halles en de veste
Jéruzalem. Daarna reden wij - weder voortdurend
over keien - naar Gent (48 kilometer), waar wij
logeerden in het Hotel Royal op de Place d'Armes.
Ik had aan Cyriel Buysse, die op een villa te Afsnee
bezuiden Gent woont, te kennen gegeven, dat wij
overeenkomstig een door ons gemaakte afspraak, hem
in de namiddag van de 14de augustus een bezoek
zouden komen brengen. Toen wij te Gent aankwa
men, vonden wij daar een uitnodiging om die dag
te één uur bij hem te komen dineren. Hij zou zelf
te twaalf uur bij ons aan het hotel komen, om ons
af te halen. Wij namen die vriendelijke uitnodiging
aan. Wij bezochten de dag van aankomst te Gent nog
de kerk St. Bavo met het beroemde schilderij van de
Gebroeders Van Eyck: l'Adoration de l'Agneau mystique
en zaten de avond vóór het Café des Arcades op de
Place d'Armes.
Cyriel Buysse (1859-1932) was de pionier van de moderne roman
in Vlaanderen. Zijn biografie die geschreven is door Joris van Parijs
is onlangs verschenen onder de titel 'Het leven, niets dan het leven.
Cyriel Buysse en zijn tijd' (Antwerpen: Houtekiet/'Atlas 2007).
14 augustus
Wij bezichtigden het stadhuis, de kerk St. Nicolas, het
Gravenkasteel, en de Marché du Vendrech. Daarna
keerden wij naar het hotel terug, waar al spoedig vol-
33 Zeeuws Tijdschrift 2008 1-2