een miniatuur van een ijdele dichter Door Ad Tramper Je bent een bekende dichter uit de achttiende eeuw en wordt precies 150 later dan Michiel de Ruyter gebo ren. Goede kans dat herdenkingen rondom je persoon dan een beetje in het water vallen. Dat is ook wat de bekende Vlissingse dichter Jacobus Bellamy dit jaar overkomt. Met de grote De Ruyterherdenkingen van 1907 en 1957 kwam hij er ook al bekaaid af. Nu de kruitdampen rondom zeeheld De Ruyter een beetje zijn opgetrokken, aandacht voor een recalcitrant en onvermijdelijk vroeg in de kiem gesmoorde dich ter. Maar bovenal een portret van een ijdele dichter. Een ijdelheid die culmineerde in het onlangs in het muZEEum te Vlissingen opgedoken medaillon met de afbeelding van Bellamy. Ruwe bolster De wieg van Jacobus Bellamy (1757-1786) staat, hoe kan het anders, op het tegenwoordig zo genoemde Bellamypark. Amper vier weken oud overlijdt zijn vader, die een functie had bij de Admiraliteit in de stad. Moeder Bellamy is al snel gedwongen om naar de Sint Jacobsstraat te verhuizen. Daar komt ook de Zwitserse grootvader Bellamy bij hen inwonen. Voor niemand bang, brutaal, sterk maar ook met het hart op de goede plaats, is typerend voor de jonge Bellamy. De overeenkomst met De Ruyter is treffend en mis schien wel kenmerkend voor Vlissingers, die boven het maaiveld uitkomen. Als bakkersknecht bij bakker Kleeuwens wordt hij gedwongen zijn steentje aan het 38 Zeeuws Tijdschrift 2008 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 40