geloofwaardigheid', kopte de krant van 31 oktober
2005 dramatisch boven een verhaal met een vertrou
wenwekkend tussenkopje 'analyse'. Een deskundige
aan het woord! Nu Bosbooms nummer 1 en 2 beide
naast het net bleken te hebben gevist schetste hij het
winnende boek ineens als een 'degelijke samenvatting
van wat al bekend was, niet bijzonder aantrekkelijk
of verhelderend opgeschreven of gepresenteerd'.
'Zijn Kuipers en Swiers werkelijk beter dan auteurs
die in binnen- en buitenland worden geprezen, wier
boeken worden vertaald en die meerdere prestigi
euze prijzen hebben gewonnen, zoals De Moor en
Zwigtman?' Verder stelde Bosboom plots de (te) grote
verwevenheid van de Prijs met het Zeeuws Tijdschrift
ter discussie en riep op tot een nieuwe opzet met een
'onafhankelijke jury'. Kortom: de journalist stelde het
vermeende gebrek aan objectiviteit van de ZBP in
scherpe bewoordingen aan de kaak, toen de uitslag af
bleek te wijken van zijn eigen, minstens even subjec
tieve voorkeurslijstje.
Incestueus
Een andere misprijzer van de Prijs betoont zich Bert
Gerestein van Uitgeverij ADZ. Geresteins letterlijke
argumenten staan me niet helder voor de geest, wel
de vastbeslotenheid ervan. Het weerhoudt auteurs
uit het ADZ-fonds er niet van om toch mee te din
gen, zoals dit jaar Victor Enthoven met Een Zeeuwse
zeeschilder. Engel Hoogerheyden, 1740-1807. Over
Hoogerheyden schreef Enthoven recentelijk ook een
feature in Zeeuws Tijdschrift (57 (2007) 3/4, thema
'Havens in Zeeland').
Ook de bezwaren van Gerestein en anderen heb
ben te maken met het gevaar van belangenverstrenge
ling, vriendjespolitiek en dergelijke. Zo won Francisca
van Vloten, redactielid van het Zeeuws Tijdschrift, in
2004 de Prijs met Moen, tussen Toorop en Mondriaan.
Minor, de vaste columnist van het enige literaire
tijdschrift voor Zuidwest Nederland en omstreken
Ballustrada, wond zich hierover op in aflevering
2004-4 van zijn blad: de shortlist was te eenzijdig
(alleen non-fictie), de jury had een ondeskundige
voorzitter, namelijk de politicus Van Gelder, en de uit
slag was 'incestueus'. In dezelfde aflevering kondigde
hoofdredacteur André van der Veelce (ook een vaste
medewerker van Zeeuws Tijdschrift) voor 2005 alvast
een eigen literaire wedstrijd van Ballustrada aan.
Lofwaardig initiatief, maar wegens gebrek aan finan
ciële ondersteuning ging dit weer snel ter ziele. Want
dit is Zeeland, een matig bevolkte provincie aan de
boorden van het land en ver van de landelijke boeken
productiecentra en grote uitgeverijen. Van der Veeke
dong als individueel auteur trouwens verschillende
malen mee naar de ZBP, onder meer met zijn poë
ziebundel Reiziger voor alle richtingen, een titel van...
jazeker, Uitgeverij ADZ, bestierd door Bert Gerestein,
notoir tegenstander van de Prijs.
Brede literatuuropvatting
Je kunt niet compleet blind blijven voor de argumen
ten van de critici, dat is duidelijk. Toch meen ik dat
de door velen gesmade brede aanpak van de Zeeuwse
Boekenprijs enkele grote voordelen heeft, en boven
dien door de Zeeuwse situatie wordt 'voorgeschreven'.
Als ex-winnaar en herhaaldelijk genomineerde
ben ilc zelf natuurlijk óók geen onbesmette persoon,
waar het gaat om het wegen van de Prijs. Maar over
dit onderwerp schijn je binnen de Zeeuwse grenzen
alleen subjectief te kunnen oordelen. Vrijwel iedere
serieus geïnteresseerde is tegelijk, al of niet zijdelings,
een betrokkene. Het gaat immers om een fenomeen in
een matig bevolkte regio, waar veel mensen over veel
petten beschikken. Het is de makke van 'de provincie'.
Je kunt elkaar ondanks de ruime verschieten en wijde
velden maar moeilijk ontlopen; belangenverstrenge
ling is een keihard, endogeen gegeven. In het alge
meen koester ook ik weinig illusies over ontwijfelbare
objectiviteit en inhoudelijke onfeilbaarheid van jury's,
ik ken het fenomeen ook van binnenuit. Maar het
is vruchteloos om bij voorbaat al te twijfelen aan de
intenties en integriteit, immers: 'goede wil is de basis
van het recht'.
Afgezien van de hierna te noemen voordelen van
de brede opzet van de Prijs, is die opzet ook onver
mijdelijk wegens de geringe boekenproductie in
relatie tot Zeeland, ondanks een bijna exponentiële
toename gedurende de laatste decennia. Bij een meer
verfijnde onderverdeling naar genre zou er geen seri
euze longlist en mededinging gegenereerd worden,
'Zeelandstad' is geen Randstad.
Het grootste voordeel van de vertrouwde opzet
vind ik, dat deze recht doet aan de brede literatuurop-
74 Zeeuws Tijdschrift 2008 1-2