Zeeuws Boekenfeest 2007. Foto: Janne Wolterbeek. vatting, 'het schoone verband tusschen Wetenschap, Kunst en Schoone Letteren' zoals de beginselverkla ring van De Nederlandsche Spectator dat in i860 zei, een opvatting waarmee ik me als beoefenaar van uiteenlopende genres erg verwant voel. Bespottelijke, reactionaire visie? Dan moet ik Italo Calvino te hulp roepen, die de literatuur zag als een open encyclope die, waarin de wereld wordt geordend volgens steeds andere methoden en systemen en waarin alles in principe naar alles verwijst: tegengif voor de in talloze onoverzienbare specialismen uiteengevallen weten schap. Ook Calvino is al enkele decennia dood (1985), maar andere en jongere manifestaties van de tijdgeest ondersteunen toch óók de brede visie; ik bedoel de toename van kunstvormen (cinema bijvoorbeeld), mediumtypen en de opmars van het internet; kortom de hele constellatie waarbinnen de rol van de 'pure' literatuur - zelf nog een jongeling eigenlijk - alweer beduidend minder prominent is geworden, en waar binnen deze nog maar één van steeds meer en steeds gelijkwaardiger entiteiten is. De brede opzet van de ZBP betekent verder een, gezien het voorgaande, welkome propaganda voor het boek als fenomeen, en voor het boekenbedrijf, zelfs voor de gewestelijke cultuur in ruimer geografisch, ook internationaal perspectief. Daar kan toch nie mand echt op tegen zijn. Tombola Over al die mooie aspecten valt natuurlijk de grote schaduw van het inherente, door de critici zo druk besproken nadeel: dat van het tombolakarakter. Een zo breed opgezette prijs, hoe integer een jury zich in theorie ook opstelt, behoudt altijd een hoog kansspel gehalte; het extreem gevarieerde aanbod levert nood zakelijkerwijs verbijsterde beoordelaars op, die sterk in de verleiding moeten komen om een 'God zegen de greep'-jurering toe te passen. Maar dat neemt niet weg dat het tóch mogelijk is om appels met peren te vergelijken. Kees Bos, ex-bestuurslid van het Zeeuws Tijdschrift en geen uitgesproken fan van de Prijs, leverde ooit een voor beeld met zijn prijs voor de beste scriptie aan de Hogeschool Zeeland. Elk vakgebied kon meedingen; de beoordelingscriteria waren algemeen en formeel, niet vakspecifiek. Ze bewogen zich eerder op het ter rein van opzet, structuur en uitwerking, als ik me zijn opmerkingen correct herinner. Ook voor de ZBP zou je met weinig moeite een set criteria kunnen opstellen die voor elk genre geldt: fictie en non-fictie, proza en poëzie. De geschetste voordelen van de brede aanpak wegen naar mijn smaak ruim op tegen de nadelen. Paul van der Velde noemt zelf de prijs 'te perifeer' voor de landelijke pers (ZT 57 (2007) 3/4), maar in het zuidwesten doet de ZBP er zeker toe. Ook boven regionaal trouwens, gezien de inzendingen de afgelo pen vijf jaar. De Zeeuwse Boekenprijs heeft intussen genoeg tongen losgemaakt en documentatie opge leverd om er een kleine monografie aan te kunnen wijden. Zend deze vervolgens in voor een komende editie van de Prijs, en de cirkel is rond. 75 Zeeuws Tijdschrift 2008 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 77