HET LANDSCHAP IN ONTGINNING De midden-Romeinse tijd (circa 69 - 275 n.Chr.) IJzeren scheermes uit het vroeg-Romeins grafveld van Oostwinkel dat oorspronkelijk in een doek gewikkeld werd bijgezet in een graf. Foto: Restauratieatelier Kempens en Provinciaal Archeologisch Museum, Velzeke Opgravingen van twee huisplattegronden in Kluizen (Evergem). De tot humus vergane houten palen contrasteren duidelijk met de gele zandgrond. Opgraving en foto: UCent De in het oog springende clustering van graven uit de late Ijzertijd - vroeg-Romeinse periode rond de cuesta sluit goed aan bij de in dezelfde regio opge merkte bewoningsdichtheid. Net als in de nederzet tingszones is er ook in het grafritueel voor zover vast stelbaar, een relatief belangrijke mate van continuïteit. Typisch Romeinse grafgiften duiken mondjesmaat op vanaf het midden van de eerste eeuw en beper ken zich vooral tot drinkbekers in het Belgische Waar. Sociale differentiatie kan wellicht afgelezen worden uit de aanwezigheid, de positie en de inhoud van de vierkante grafmonumenten. In en na de Flavische tijd worden deze grafvelden verlaten. Dit is mogelijk niet zonder sociale betekenis. Zowel op het zand als in de kustomgeving blijkt uit de huidige onderzoelcsstand dat het gros van de nederzettingen in hout werden opgetrokken; het gebied maakt dus geen deel uit van de villaland schappen die de löss-regio in Limburg, Haspengouw en Noord-Frankrijk kenmerken. Op basis van de huidige gegevens blijkt vanaf de Flavische tijd en zeker tijdens de tweede eeuw het landschap in het zandgebied druk bezet te zijn geweest door boerde- t8 Zeeuws Tijdschrift 2008 j 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 18