US H 100m 0||100m Inheems-Romeins nederzettingen met gestructureerde vorm uit Aalter-Langevoorde (UCent) en Brugge (Y. Hollevoet, VI. Gemeenschap) El Gracht Gebouw Waterput Spieker Graf rijen. Het numerieke verschil met de late Ijzertijd is frappant en vooralsnog moeilijk te verklaren. Speelde de externe druk van het Romeins belastingsysteem hier een stimulerende rol in? In het kustgebied is de situatie veel minder duidelijk. Als we echter aan nemen dat ook daar de menselijke impact op de het kustlandschap goed en wel van start ging en dat een deel van de vroeger onbewoonbare zones op één of andere wijze toch in exploitatie of bewoning kon worden genomen, dan zijn boerderijen zoals in Ellewoutsdijk wellicht ook daar geen uitzondering meer te noemen. Boeren op veen en zand: de rurale economie De basiseenheid van het boerenerf werd gevormd door een woonhuis, gemiddeld zo'n 15 a 20 meter lang met wanden van vlechtwerk en voorzien van een zadel- of schilddak uit vergankelijke materialen of (deels) dakpan nen. In vele gevallen betreft het woonstalhuizen; dit zijn gebouwen waar de familie met een deel van haar dieren onder hetzelfde dale in leefde, een aloude traditie overigens die in het gebied tot de Bronstijd terug gaat. Sommige huizen vertonen duidelijke sporen van repa ratie en bleven zeker twee generaties lang in gebruik, andere erven werden daarentegen sneller verlaten. In de zandstreek kenmerken sommige woonstalhuizen zich door een verdiept staldeel, een zogenoemde potstal, andere hebben een met palen afgescheiden staldeel. In de Zeeuwse kuststreek werden vaak kralen of uitlopen aange bouwd. Meestal situeren de staldelen zich in de oostelijke of noordelijke zijde van de huizen. In de onmiddellijke nabijheid van het hoofdgebouw bevonden zich schuurtjes, spiekers en bijgebouwtjes, en zeker in het zandgebied vrijwel steeds ook een waterput. Sommige erven lagen vrij geïsoleerd in het landschap, andere meer gegroe peerd en functioneerden ook deels gelijktijdig zoals dat in Ellewoutsdijk het geval was. Wat de sociale implicaties hiervan zijn is minder duidelijk. Betreft dit een samen- clustering van leden van eenzelfde familie of clan? Al bij al betreft het nederzettingen die door hun structuur zelf weinig impact op het landschap uitoe fenden; geen uitgestrekte stenen villadomeinen maar simpele houten constructies. De situering in het landschap van de boerderijen werd in de zandstreek vaak versterkt door een omgreppeling die strak lineair kon zijn zoals in Brugge-St.-Andries of gebogen zoals in Kluizen (Evergem). In de zandstreek verbond een dicht kronkelend web van zandwegen de erven onder ling en vaak zijn de erven dan ook langsheen zo'n wegtracé gelegen. Van omgrachting of wegen zijn in het kustlandschap weinig of geen sporen terug te vin den. Behoudens dit verschil is de erfstructuur van een 19 Zeeuws Tijdschrift 2008 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 19