De strategische positie van het gebied De batterij oventjes uit 's-Heer Abtskerke. De exacte functie van deze oventjes gezien uit Britannia (UGent). is nog steeds onderwerp van discussie en onderzoek. Foto: Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland. kleine doch relevante aanduidingen voor de intense contacten die bestonden tussen Britannia en onze kusten. Opvallend is ook het massale voorkomen in zowel het zand- als marien gebied van terra sigil- lata, een glanzend rood luxe-vaatwerlc, uit de officinae van Rheinzabern. Vanaf de late tweede en tijdens de derde eeuw komt dit kwaliteitsaardewerk in opval lend grotere proporties voor dan in de oostelijke delen van België, die véél dichter bij de herkomstbron lig gen. De enige mogelijke verklaring is een welbepaalde 'commerciële geografie' waarbij de handel in dit vaat werk via de Rijn verliep om vervolgens via onze kus ten zich deels te richten op Britannia, en deels op het Noord-Menapische gebied zelf. De rijke bronnen van de zee Naast de producten uit de akkerbouw en veeteelt is gedurende deze periode ook het natuurlijke milieu van met name het kustgebied een belangrijke econo mische bron geweest. Het marien gebied is uitgebaat voor de productie en consumptie van zout, vis, schelp dieren en kalk. Daarnaast is ook gebruikgemaakt van het voorkomende hout en het veen, dat in grote delen van het gebied aan het oppervlak lag en op enkele plaatsen slechts door een klein laagje klei werd afge dekt. In direct verband met het proces van vervaardi gen van het grootste deel van bovengenoemde pro ducten moeten de vondsten van ovens of stookplaat sen gezien worden. In het gebied zijn stookplaatsen/ ovens of directe aanwijzingen daarvoor op de vol gende plaatsen aangetroffen: Aardenburg, 's-Heer Abtskerke, Goes, Koudelcerke (2x), Middelburg (2x), Ritthem (2x) en Scharendijke in Zeeland en Leffinge in Vlaanderen. In Middelburg-Mortiere zijn daar naast sporen van verhitting gevonden. Vuurplaatsen op het terpje bij Serooslcerke, waar dit als enig spoor is aangetroffen, en bij Scharendijke lijken meer het karakter van eenvoudige stookplaatsen te heb ben dan van ovens. Voor zover daar door opgraving duidelijkheid over is, komen deze ovens voor als losse ovens (Aardenburg, Koudekerlce-Meinersweg en Koudekerke-Breeweg, Scharendijke) of als bat terijen van ovens naast elkaar ('s-Heer Abtskerke, Middelburg-Oude Vlissingseweg). Te Leffinge wer den zowel losse stookplaatsen als een dubbele batterij ovens gevonden. Bij geen enkele van de ovenplaatsen zijn sporen van gebouwstructuren aangetroffen. Mede op grond daarvan kunnen we concluderen dat het hier vrijwel zeker om seizoensgebonden activiteiten gaat. Over de omvang van de productieplaatsen is weinig bekend omdat meestal slechts gedeelten zijn opgegraven. Voor Koudekerke-Breeweg is middels boringen vast gesteld dat het areaal een omvang van ten minste 2000m2 heeft. De dateringen van de ovenplaatsen 21 Zeeuws Tijdschrift 2008 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 21