Bronzen fallus-lunula-amulet uit Aardenburg. Zeeuws Museum/Gemeentelijk Archeologisch Museum Aardenburg/ SCEZ. Foto: Ivo Wennekes Dakpan met stempel van de Germaanse vloot. Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland. Foto: Ivo Wennekes Kampdorpbestaan Toen de soldaten in Oudenburg en Aardenburg aankwamen, was er op beide plekken al een kleine nederzetting, de soldatengemeenschap trok nog meer mensen aan. Het oprichten van de kampen zorgde voor een spectaculaire groei van beide nederzettin gen. Zowel in Oudenburg als Aardenburg is de bloei van deze burgerlijke nederzettingen te situeren in het laatste kwart van de tweede eeuw en de eerste helft van de derde eeuw. Met een geschatte grootte van i km2 waren de burgerlijke nederzettingen van Aardenburg en Oudenburg beduidend groter dan de inheems-Romeinse nederzettingen in het binnenland. De bewoning centreerde zich langs de wegen die naar de poorten van het kamp leidden. Aardenburg en Oudenburg waren via de Zandstraat met elkaar verbonden. De bevolking van deze kampdorpen bestond uit de vriendinnen en kinderen van de soldaten, maar ook uit winkeliers, handelaars, ambachtslui, kroegbazen, herbergiers en prostituees. Daarnaast leefden er aan de rand van de kampdorpen vermoedelijk ook gewone vissers en boeren. Over het exacte statuut van deze burgerlijke nederzettingen hebben we geen concrete informatie. In tijden van militair bestuur, stonden ze vermoedelijk onder het toezicht van de kampcom mandant. Zowel te Aardenburg als te Oudenburg werd nog maar een klein deel van de nederzetting opgegraven. In Aardenburg betrof dit een deel van de woonzone en een deel van de ambachtelijke zone met onder meer ovens die werden gebruikt voor de productie van kalk of vissaus. In Oudenburg werden onder het Laat- Romeinse grafveld resten van twee houten gebouwen en een badhuis in steen aangetroffen. Aan de perife rie van de nederzetting werd een groot civiel grafveld opgegraven en ook een aantal kleine perceeltjes, waar in vermoedelijk vee werd gehouden en waar huishou delijk afval werd weggegooid. De burgerlijke nederzettingen van Aardenburg en Oudenburg vertonen een beduidend rijkere materiële cultuur dan deze op het platteland. Dit uit zich voor eerst in het bouwmateriaal. Op beide plaatsen werd vaak steen gebruikt, iets wat niet gebruikelijk is op landelijke nederzettingen. Op beide plaatsen werden resten van hypocaustum aangetroffen, alsook versierde en onversierde frescofragmenten. Naast hoogwaar dige gebouwen die van hoge materiële welstand getui gen, werden hoge percentages luxeproducten, zoals terra sigillata, glas en brons gevonden. De graven zijn over het algemeen rijker dan die in het binnenland zijn gevonden. Nieuwe opgravingen en onderzoek zal onze kennis van onze voorvaderen ongetwijfeld doen toenemen. 44 Zeeuws Tijdschrift 2008 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 44