Wereldkaart uit 1482, gebaseerd op Ptolemaeus' Cosmographia.
The Morgan Library and Museum, New York
en hartstochten weet te beteugelen. In het werk, dat de
keizer vermoedelijk schreef tijdens zijn vele veldtoch
ten, staan discipline, plicht, zelfverloochening en zorg
voor de medemens centraal. Aardenburg werd gesticht
toen Marcus Aurelius heerste en voor hem een uitzon
dering te maken is dus meer dan gepast.
Animula vagula
Dood
Animula vagula, blandula,
Mijn zoete zieltje, zwervenszieke lievigheid,
Hospes comesque corporis,
Die als een vreemde gast dit lichaam begeleidt,
Quae nunc abibis in loca,
Nu zul je heengaan in de onbekende dood,
Pallidula, rigida, nudula,
Zo bibberbleek, zo bibberkoud, zo bibberbloot,
Nee, ut soles, dabis iocos.
En nooit meer grapjes maken zoals hier altijd.
Keizer Hadrianus
Vertaal door A. Rutgers van der Loejf
Vergilius en de muzen Melpomene en Clio. Mozaïek uit de
derde eeuw n.Chr. Bardo Museum, Tunis
Van Claudius Ptolemaeus tot Publius Vergilius
Maro
De twintig gedichten zijn geplaatst op evenzoveel
panelen met naast elk gedicht in het Latijn de
Nederlandse vertaling. Bij de vertalingen werd geko
zen voor gerenommeerde classici als Piet Schrijvers,
Ida Gerhardt, Frans van Dooren en Anton van
Wilderode. Een aantal gedichten werd speciaal voor de
gelegenheid vertaald door Patrick Lateur. De gedich
tenverzameling is verlevendigd met korte tekstjes en
afbeeldingen. De tekstjes vertellen het een en ander
over het leven en het werk van de dichters. De afbeel
dingen zijn alle Romeins: schilderingen, mozaïeken,
fresco's en reliëfs. Ze dateren bijna alle uit dezelfde
periode als die waarin de gedichten vervaardigd
werden. Het element aanvulling-tegenstelling geldt
opnieuw als uitgangspunt.
De eerste afbeelding is een wereldkaart van de
Grieks-Romeinse geograaf Claudius Ptolemaeus
(eerste eeuw AD): zo stelden de Romeinen zich hun
wereld voor. De grootste Romeinse dichter, Publius
Vergilius Maro (70-19 BC), staat op de laatste afbeel
ding. Het laatste woord over de wereld komt immers
69 Zeeuws Tijdschrift 2008 i 3-4