Meer dan 2000 jaar geleden maakte Zeeland deel uit van het
Imperium Romanum, het Romeinse Rijk. Samen met het zuide
lijke aangrenzende deel van Vlaanderen vormde het een noord
westelijke uithoek van de Romeinse provincie Gallia Bélgica. In
de lagere Romeinse geo-administratieve indeling bevond het zich
in de civitas Menapiorum, het stamgebied van de Menapiërs. De
mensen van deze stam worden in geschreven bronnen heel vaak
samen genoemd met de Morinen en woonden naar Romeinse
begrippen 'in de overtreffende trap' ver weg aan de rand van het
Imperium. De woongebieden van de Menapii en de Morini langs
de kust van Zeeland, Vlaanderen en een deel van Noord-frankrijk
worden door Tacitus [Historiae IV, 28) impliciet de uiterste gebie
den van de (beide) Gallia's (extrema Galliarum) genoemd wan
neer hij tijdens de opstand van de Bataven in 69 na Chr. meldt
dat de rebellerende julius Civilis een troep opstandelingen over
de Maas stuurt om de twee stammen te teisteren. De Romeinse
dichter Vergilius [Aeneïs, VIII, 727) noemt de Morini, de zuide
lijke buren van de Menapiërs, de versten van de ménsen (extrémi
hominum). En allesweter Plinius Maior schrijft in zijn Naturalis
Historia (XIX, 8): 'de Morini, die als de meest ver verwijderde
van de mensen worden beschouwd (ultimique hominum existi-
mati Morini).'
6 Zeeuws Tijdschrift 2008 3-4