Twee Fajoem-portretten: een anonieme soldaat en een vrouw, genaamd Aline, tweede eeuw n.Chr. Egyptisch Museum, Cairo toe aan de dichtkunst. Achter elk van de afbeeldin gen zit een verhaal. Het onderdeel Amor werd geïl lustreerd met twee bijzonder fraaie schilderingen van een anonieme soldaat en een vrouw genaamd Aline. Ze maken deel uit van een serie indrukwek kende portretten die tussen 100 en 300 n.Chr. van de Egyptische oudheid in de Romeins-Egyptische stad Fajoem werden gemaakt. De portretten wer den na de dood van de afgebeelde persoon met de mummie in de graftombe geplaatst. Dit corpus behoort tot het beste dat van de Romeinse schilder kunst bewaard is gebleven en geeft een goed beeld van het hoge technische en inhoudelijke niveau van de toenmalige schilders. De soldaat en Aline waren tijd- en rijksgenoten van de eind-tweede-eeuwse Aardenburgers. Ze worden in de ommegang voorge steld als eikaars geliefden (al waren ze dat in werke lijkheid beslist niet). 70 Zeeuws Tijdschrift 2008 j 3-4 Klimaatsverandering Zoals gezegd werden de gedichten op 17 juni 2006 feestelijk gepresenteerd - op de warmste dag van één van de warmste zomers uit de afgelopen jaren (althans zo voelde het aan)Leerlingen van het ZwinCollege in Oostburg, bij gelegenheid in stijl gekleed in stola en toga, droegen een aantal Romeinse gedichten voor en ook gaf een troep Romeinse solda ten acte de presence. Zo klonk - weliswaar met een wat hard Nederlands accent, maar onmiskenbaar klas siek - 1700 jaar nadat de Romeinen de nederzetting verlieten in Aardenburg weer Latijn op straat. Zou het woord van Catullus misschien toch niet helemaal waar zijn? Soles occidere et redire possunt: Nobis, cum semel occidit brevis lux, Nox est perpetua una dormienda. De zon gaat uit, gaat aan Als ons licht is uitgedoofd Wacht ons de nacht - voorgoed (ver taling Paul Claes).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 70