Het is algemeen bekend dat de rokkenjager Julius Caesar een behendige ruiter was. Volgens De vita Caesarum een biografie van twaalf keizers uit de tweede eeuw AD van de filoloog Gaius Suetonius, was deze staatsman, veldheer en literator ook knap, lang en goed gebouwd en culti veerde hij, niettegenstaande zijn drang naar weelde, een gezonde en energieke manier van leven Zijn strenge levensstijl tijdens militaire campagnes staat in schril contrast met de buitensporige esbattementen van de Romeinen tijdens de late Republiek en de vroege Keizertijd. Door Jean Luc Meulemeester De rijke Romeinen - en zoveel waren er niet - hiel den toen blijkbaar van uitvoerige eetfestijnen die vooral omstreeks drie a vier uur in de namiddag wer den geserveerd: de cena. Dit was voor hen de belang rijkste maaltijd van de dag, duurde soms een paar uur en varieerde qua timing volgens de seizoenen. Ze bestond uit een welbepaalde volgorde van gerech ten, overgoten met wijn die meestal niet zuiver werd gedronken, want dat vonden ze barbaars, maar ver sneden met (zee)water. Vooral met gasten ontaardden die maaltijden vaak in smulpartijen. Er werd dan van een convivium gesproken, wat letterlijk 'samenleven' betekent. Omdat ze dan overvloedig aten, gingen ze braken. Sommige schrijvers gaven zelfs aan die braak- ruimte een eigen naam, namelijk vomitorium. Nijdnagels en zingende slaven Een aantal literaire teksten hebben dergelijke ontvangs ten uitvoerig beschreven. We denken bijvoorbeeld aan passages in de omvangrijke zedenroman Satiricon van Arbiter Petronius, die een tijdje tot de intieme vrien denkring van keizer Nero behoorde. In dit boek ver haalt hij een bezoek van de voormalige slaaf Encolpius met vrienden aan het huis van dikdoener Trimalchio. We voelen ons zo te gast in een van de luxueuze atri umhuizen van Pompei of Herculaneum. Of misschien wanen we ons wel in een van de villa's die her en der in het rijk waren opgetrokken. Alleen al de ontvangst liep de spuigaten uit. Zo werden de vingers van de gasten bij het binnenkomen gewassen met gesmolten sneeuwwater en werden de 72 Zeeuws Tijdschrift 2008 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 72