Geverniste deukbeker waaruit water, melk, bier of wijn werd gedronken (links); elegante gladwandige kruik met oor (rechts);
roodbruine kruikamfore (rechterpagina links); kruikamfore met witte engobe (rechterpagina rechts). Gemeentelijk Archeologisch
Museum Aardenburg. Foto's: Anda van Riet
uit de Oosterschelde. Ook vissaus werd verhandeld.
En genoten de Menapische hammen soms geen inter
nationale vermaardheid?
Niet alleen zout, hammen en leverpastei werden
naar het zuiden vervoerd, ook groenten, granen en
fruit. Die producten kwamen uit landbouwbedrijven op
het platteland, die ook varkens, kippen, koeien en scha
pen hielden. Naast honig werd ook veel melk verbruikt.
Daarmee werd kaas gemaakt. Mediterrane specerijen,
zoals komijn, dille, anijs, marjolein, venkel, look, tijm
en koriander, waren in. Ze waren behoorlijk duur en
dienden soms om een kwalijke geur of smaak te ver
doezelen. Ook het stoven van vlees in een combinatie
met vruchten, van hartig, zoals de gomachtige asa foe-
tida of duivelsdrek uit bremwortels, tot zoet behoorden
tot hun lievelingsgerechten. Misschien proeven we de
juiste smaken niet meer, wel kennen we de ingrediën
ten van sommige gerechten.
Dit hebben we te danken aan Marcus Gavius
Apicius, een smulpaap uit de eerste eeuw AD, die vol
gens de traditie het oudste kookboek De re coquinara ter
wereld schreef. Over deze figuur lopen mythe en waar
heid door elkaar. Hij was een zeer vermogende burger
die koken als hobby beoefende. Dit was zeer uitzonder
lijk, want rijke Romeinen beschouwden koken als sla
venarbeid en vonden het bijvoorbeeld meer dan misprij
zend wanneer de vrouw des huizes zelf in de keuken
stond. Hoe dan ook, zijn naam is omgeven door een
mythe. Alleen al als uitvinder van de 'foie gras' geniet hij
wereldfaam en kozen vele restaurants 'Apicius' als naam.
Toch is zijn kookboek niet in oorspronkelijke vorm over
gebleven, wel in middeleeuwse kopieën.
Wederzijdse beïnvloeding van eetgewoonten
Er bestond ongetwijfeld een groot verschil tussen het
eten van de rijke en de gewone Romein. Voor de mees
te stadsbewoners was het dagelijks een grote inspan
ning om iets treffelijks tussen de kiezen te krijgen. De
meeste bakstenen of houten comfortloze insulae of
huurhuizen, waarvan nogal wat voorbeelden in Ostia
Antica werden aangetroffen, bezaten omwille van het
brandgevaar geen keukens. Koken op een komfoor was
daarom eveneens zo goed als uitgesloten, hoewel der
gelijke metalen stellen overal werden opgegraven.
In het algemeen moeten we de keukens niet al te
luxueus voorstellen. Ze bestonden amper uit een ste
nen constructie met open vuur en kleine oven. Naast
een paar potten, een zeef was de vijzel met stamper
het meest gebruikte kookgerei. De bewoners van de
zogezegde huurkazernes waren dus aangewezen op
76 Zeeuws Tijdschrift 2008 3-4