Passie voor archeologie Maaike Groot graaft naar dierlijk materiaal Regen waait in koude vlagen om het gebouw van de Vrije Universiteit Amsterdam. Vanuit de koffiekamer op de tiende verdieping ziet de donkere regen er spectaculair uit. Gelukkig is de atmosfeer binnen een stuk warmer. Maaike Groot (Terneuzen 1973) groet links en rechts collega's en deelt koekjes uit. Het is duidelijk dat zij hier helemaal thuis is. Maaike promoveerde in oktober 2007 cum laude aan de VU op het proefschrift Animals in Ritual and Economy in a Roman Frontier Community. Door Amber Gemmeke Het onderzoek van Maaike Groot is gebaseerd op archeologische opgravingen in Tiel. Haar bevindingen staan ook in de populair-wetenschappelijke publicatie Opgravingen te Tiel-Passewaaij. Een Bataafse plattelands gemeenschap in de wereld van het Romeinse rijk. Maaike is enthousiast over haar onderzoek: 'Archeologie is een directe manier van geschiedenis levend maken. Ik hou van het maken van een verhaal uit losse botten, het is een soort puzzelen. Het is interessant om er met anderen over te discussiëren. Het mooiste is natuurlijk als een andere archeoloog met ander onderzoek tot het zelfde resultaat lcornt.' Tiel-Passewaaij Drie jaar heeft Maaike opgravingen gedaan in de Tielse buitenwijk Passewaaij. Het is volgens historici de belangrijkste vindplaats in Nederland: ruim een kilo meter lang en vol unieke vondsten. Omdat structureel met de metaaldetector is gezocht, kwamen er duizen den gespen, spelden en delen van wapenrustingen uit de grond. Het onderzoek begon naar aanleiding van de bouw van een nieuwe woonwijk. Grondboringen wezen aanvankelijk uit dat de vindplaats ernstig ver stoord was, zodat opgravingen niet zinvol leken. Bij latere graafwerkzaamheden ontdekte men sporen die tot ieders verbazing veel beter bewaard blelcen dan het eerdere proefonderzoek deed vermoeden. Van 1996 tot 2004 organiseerden het Archeo logisch Centrum van de Vrije Universiteit en de hier mee verbonden Hendrik Brunsting Stichting dan ook grote opgravingscampagnes. Twee Bataafse nederzet tingen en een compleet grafveld vol met duizenden goed geconserveerde voorwerpen vormen de oogst van ruim tien jaar graven. De opgravingen leverden waar devolle informatie op over de Bataven, die in Tiel woon den rond het begin van de jaartelling. Verrassend is de conclusie dat de bewoners van Passewaaij diepgaand waren geïntegreerd in de Romeinse cultuur. Ondanks dat ze een eenvoudig leven leidden spraken zij Latijn, droegen ze Romeinse namen en hadden ze vanaf het einde van de eerste eeuw na Christus veelal het Romeinse burgerrecht. Ook opmerkelijk is de vondst 83 Zeeuws Tijdschrift 2008 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 83