IN MEMORIAM Jan Trimpe Burger 1923 2008 Eind maart overleed op 85-jarige leeftijd de voor malige provinciaal archeoloog Jan Adriaan Trimpe Burger die een grote bijdrage heeft geleverd aan de professionalisering van de archeologie in Zeeland. Hij was oprichter van het Gemeentelijk Archeologisch Museum in Aardenburg dat vele schatten uit het Romeinse verleden herbergt die mede door Jan daar zijn opgegraven. Zijn eerste bijdragen aan het Zeeuws Tijdschrift dateren uit het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw en handelden over de geschiedenis van het oudheidkundig bodemonderzoek in Zeeland (zie de index op de website van het ZT voor een vol ledig overzicht van zijn artikelen). De meeste van de in totaal tien artikelen stammen uit de periode dat hij namens het Koninklijk Zeeuws Genootschap der Wetenschappen (Jan was tevens conservator van de archeologische collectie van dat genootschap) zitting had in de redactie. Hij zat precies 25 jaar (1966-1991) op die stoel. Vooral van 1966 tot 1970 behandelde hij uitvoerig en deskundig het archeologische nieuws uit Zeeland in ons tijdschrift. Voor de special over twintig jaar Zeeuws Tijdschrift had hij aanvankelijk het voornemen het archeologisch onderzoek tussen 1950 en 1970 te beschrijven maar hij kon door de veelheid en verscheidenheid daarvan niet tot een keuze komen. Een opsomming wilde hij niet geven want dat leek hem te saai. Hij leverde een artikel onder de titel 'Wonderbaarlijke visvangst' (ZT 20 (1970) 6, 213-222) waaruit het onderstaande citaat afkomstig is en dat begint met de tweede reden waar om hij afzag van het overzicht. 'Daarbij komt nog dat het lustrumjaar 1970 door een "wonderbaarlijke vis vangst" op de Oosterschelde zo'n "topper" is gewor den dat al het andere uit de voorafgaande 20 jaren er min of meer door in des schaduw is gesteld U weet, dit jaar werd in de Oosterschelde bij Colijnsplaat de archeologische vondst van deze eeuw gedaan - zo verluidde het in pers en televisie.' Het tekende Jan dat hij hieraan toevoegde: 'We zullen er hier in het Zeeuws Tijdschrift veiligheidshalve aan toevoegen: in "onze gewesten" en "tot nu toe", want de aarde is groot en de 20ste eeuw is nog niet voorbij.' Jan doelde natuurlijk op de Nehalennia-altaren die door schip per J. Bout waren opgevist en zich nu voor het groot ste deel in de Rijksmuseum van Oudheden in Leiden bevinden. Ik leerde Jan kennen tijdens de redactievergade ringen in het Provinciehuis nadat ik in 1990 was aan getreden als hoofdredacteur. Toen het KZGW besloot het collectief abonnement op dit tijdschrift op te zeg gen, zagen we ook Jan niet meer. In de op de geschie denis gerichte koers van het mede door hem eind 1991 opgerichte tijdschrift Zeeland van dat genoot schap voelde hij zich beter thuis. Deze special over de Romeinse tijd in Zeeland en Noordwest-Vlaanderen lag meer in zijn lijn. Het is jammer dat hij de uitgave van dit nummer niet meer heeft kunnen meemaken en wij dragen dit nummer - sans rancune - aan hem op. Namens bestuur en redactie van het Zeeuws Tijdschrift, Paul van der Velde <D nj "2 n E f 1 O) <U c <u ca z 91 Zeeuws Tijdschrift 2008 i 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 91