'Oude herinneringen en nieuwe wenschen'
De geschiedenis van het Domburgse Badpaviljoen
jan Toorop, Uitkijken over zee, 1906, gekleurd krijt op papier, Coll. Marie Tak van Poortvliet Museum Domburg (schenking van
Leo en Wendy van Os).
Door Francisca van Vloten
getrokken en de eerste plezierduik in het zilte nat
werd gewaagd. Voor de baders was een houten tent
met een zeil erover gespannen op het strand neer
gezet - op de plaats waar nu het Badpaviljoen staat.
Daarin konden zij op rieten stoeltjes een drankje
drinken, wachten op een badkoetsje, schuilen voor de
regen en uitrusten na een vermoeiende wandeling.
Het was een schamele voorziening, die al gauw om
meer vroeg.
Enkele jaren later, in 1837, volgde dan ook de
bouw van een Badpaviljoen. Op de duinen verrees
een soort koffie- en badhuis, ontworpen door de
Middelburgse stadsarchitect G.H. Grauss en onder
meer gefinancierd door koning Willem I. Het bouw
werk was in classicistische stijl opgetrokken en kende
één grote zaal.
De meeste bezoekers kwamen uit Middelburg en
omgeving, Walcheren lag in die tijd nog erg geïso
leerd. De kosten van de zeebadinrichting konden dan
ook niet door de opbrengsten worden gedekt. In 1859
dacht men aan opheffing ervan, maar dat bleek uitein
delijk niet nodig: de vrijwillige bijdragen bleven door
gaan en het bezoek aan Domburg nam langzaam toe.
Een paar honderd gasten per jaar, vooral dagjesmen
sen, bezochten de badplaats in de beginperiode.
Er bestaat een oude foto van het eerste paviljoen,
omstreeks 1880 gemaakt, waarop helemaal links vrij
wel zeker de Belgische schilder Emile Claus staat. In
de jaren zeventig van de negentiende eeuw bracht hij
met collega's als Camille Van Camp en Euphrosine
Beernaert enkele of meer zomers op Walcheren
door. Zij logeerden met vele andere gasten in het
bij Domburg gelegen buitenhuis van de Antwerpse
industrieel Emile De Harven en maakten het eiland
tot onderwerp van hun werk. Vooral de duinen waren
een geliefd object, de Domburgers hadden alle kans
de schilders daar met schildersezel en palet tegen te
komen.
9 Zeeuws Tijdschrift 2008 7