Het strand te Domburg, ca. 1900. Foto particuliere collectie.
(boven) Het eerste Badpaviljoen, met helemaal links waarschijn
lijk de schilder Emile Claus, ca. 1880. Foto particuliere collectie,
(onder) Het tweede Badpaviljoen, ca. 1900. Foto particuliere collectie.
De grotere toeloop betekende wél dat het oude
paviljoentje niet meer aan de eisen van de tijd vol
deed. De enige grote zaal waarover de instelling
beschikte deed niet alleen dienst als conversatie- en
biljartzaal maar ook als leeskamer, concert- en toneel
zaal.
Na heel wat wikken en wegen besloot men geld
bij elkaar te brengen om een nieuw paviljoen te laten
bouwen. De NV Domburgsche Zeebadinrichting werd
in 1888 opgericht met als eerste taak de verwezenlij
king daarvan. En zo werd het oude gebouwtje in 1889
vervangen door een groter.
Het tweede Badpaviljoen
Het nieuwe, zeer karakteristieke gebouw van de
architect J.J. van Nieukerken telde een ruime concert
zaal, een damessalon met torentje, een leeskamer en
biljartzaal, belvédère, veranda's aan land- en zeezijde
en een ruim terras aan de noordkant. Net als in het
oude paviljoen konden er binnenbaden in (verwarmd)
zeewater worden genomen. Daarmee hoopte men ook
de patiënten van dr. Mezger aan te trekken.
De van origine Duitse arts Johann Georg Mezger
maakte Domburg in 1887 tot zijn vaste zomerverblijf
en behandelde er vanaf half augustus 1892 officieel
zijn patiënten. Hoog geplaatsten uit heel Europa kwa
men hem er consulteren of zochten een logeeradres
in het dorp en volgden een badkuur.
Het tweede Badpaviljoen werd hét trefpunt voor
de badgasten. Niet alleen kon men er rustig zitten
lezen in Nederlandse en buitenlandse kranten en
tijdschriften, ook waren er door de Domburgsche
Zeebadinrichting georganiseerde activiteiten als dans
avonden, kinderbals, concerten en voordrachten.
Bloeiperiode
Vanaf juli 1889 meldde het Badnieuws dat de grote
zaal van het Badpaviljoen met de daaraan gelegen
veranda en het terras aan de zeezijde vrij toegankelijk
waren 'uitgezonderd bij muziekuitvoeringen of ande
re feestelijkheden, wanneer entrée van het publiek
geheven wordt'. Voor de overige lokalen had men een
toegangskaart nodig, die bij het paviljoen te krijgen
was.
Het zeebad was geopend van 8 uur 's ochtends tot
4 en later 5 uur 's middags (vanaf 1890 'tot zonson
dergang'), bad- en handdoekenkaartjes waren bij het
paviljoen verkrijgbaar en de baddokter was daar dage
lijks tussen 11 en 12 uur te consulteren. Van 1881 tot
1889 was dat J.M. Janssen, hij werd opgevolgd door
E.J.G.W. Berghege, die in 1893 plaatsmaakte voor J.H.
Duijvis, en de laatstgenoemde werd op zijn beurt in
1905 vervangen door B. Vaandrager.
Intussen was in 1903 burgemeesterszoon Paul
Elout, gehuwd met de schilderes Mies Drabbe,
benoemd tot directeur van de Zeebadinrichting.
10 Zeeuws Tijdschrift 2008 i 7