npp™ (linka) Bloemencorso bij het tentoonstellingsgebouwtje, ca. 1912. Foto particuliere collectie, (midden) Paul en Mies Elout- Drabbe bij het 25-jarig ambtsjubileum van Paul Elout in het Badpaviljoen, 1928. Foto particuliere collectie. Van avond is het Eloutfeest, Wij zijn nog nooit zoo blij geweest! Hoezee, hoezee, hoezee, Wij mogen allen mee! Uiterlijk leek alles nog lange tijd hetzelfde: veel gas ten in het begin van de jaren dertig, het Badhotel een klein paleis Soestdijlc, half verscholen in het lover; het Badpaviljoen een toevluchtsoord, maar de tand des tijds knaagde. Neergang en herstel De crisisjaren deden ook in Zeeland hun intrede. De grote verandering kwam halverwege de jaren dertig, met het groeiend besef dat de ontwikkelingen in Duitsland ook daarbuiten verstrekkende gevolgen zouden hebben. Steeds minder Duitsers en uiteinde lijk ook steeds minder Nederlanders kwamen naar de badplaats. Toen in 1939 na de Duitse inval in Polen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en in mei 1940 ook Nederland werd binnengevallen, was het gedaan met het zomerbezoek aan Domburg. Er kwam een bezet tingsmacht, Duitse officieren trokken in het Badhotel, strand en duinen werden gedeeltelijk gesloten en ten slotte tot verboden gebied verldaard. Walcheren werd eind 1944 volgens een geallieerd plan onder water gezet en bevrijd. Eind 1945 waren alle dijken gedicht en werd langzaamaan het bestaan weer tot normale proporties teruggebracht. Al gauw kwamen de eerste badgasten weer. Voor namelijk Nederlanders en Belgen, maar vanaf on geveer 1950 meldden ook de Duitsers zich weer. De taak van de Domburgsche Zeebadinrichting werd in dat jaar overgenomen door de Stichting Badplaatsbelangen Domburg, een gemeentelijke instelling die zorg droeg voor de exploitatie van de stranden en de Domburgse camping. Het badgastenpatroon was nu totaal veranderd: van de oude garde was nog maar een handjevol over, de nieuwe badgast - de kampeerder en zonaanbid- der - ging graag en masse met vakantie en was meer geïnteresseerd in vrijetijdsbesteding dan in rust en enig licht vertier. Naast grote campings ontstonden mini-campings 'bij de boer' en ook dagjesmensen deden Domburg steeds vaker aan. Het accent kwam steeds meer op kwantiteit in plaats van kwaliteit te lig gen. Het Badpaviljoen verkommerde vanaf de jaren zeventig. Er had nog wel wat bedrijvigheid in en om het paviljoen plaats dankzij de sociëteit Luctor et Emergo, die de band met het verleden in stand hield. Het kinderbal, vossenjachten en fortenbouw- wedstrijden werden nog georganiseerd, Baby den Toonder zorgde voor de muzikale begeleiding, een cabaret werd op poten gezet, maar het beklijfde ondanks de welwillende pogingen allemaal niet meer. De eigenaar, de heer Bos, deed het licht uit en het duurde lang voor er weer een sprankje hoop gloorde. Het nieuwe oude paviljoen Een kanjersubsidie van 1.8 miljoen euro voor reno vatie werd in 2001 verkregen op voorwaarde dat het 12 Zeeuws Tijdschrift 2008 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 14