Op het Domburgse strand, ca. 1900. Foto particuliere collectie. als die ergens lcapot gingen dan trokken ze mij een paar haren uit om te repareren want die hadden dezelfde kleur als stro. Graf von Spee was een aanhanger van Mezgers 'hamer systeem', evenals de administrateur Jan Bouman, die op Mezgers verzoek in 1901 een brochure over de wel dadige werking ervan schreef. Er kwam van medische zijde veel kritiek op, vooral door de opmerking dat ook interne ziekten door massage genezen konden worden. Met een bediende komend vanuit Rome, logeerde Grégoire graaf Stroganoff in de zomer van 1894 en 1895 in het Domburgse Hotel de l'Europe, een van de drie hotels, die de badplaats op dat moment telde, 's Avonds dineerde hij daar of bijvoorbeeld in het vermaarde res taurant van het Badhotel, voordat hij later op de avond aanschoof aan de biljarttafel in het Badpaviljoen: Het enige hotel van Domburg, het Badhotel, vol deed lang niet aan de eisen van de voorname gasten. Op een avond was er een ontzettend lawaai en de directeur van het hotel, de heer Vredenburg, kwam aangerend en vroeg wat er aan de hand was. Graaf Stroganoff rende achter de kok aan met een stole en gilde: 'Die man kan niet koken, hij moet dood.' 'Dat is best', zei Vreeburg, 'vermoei U niet, ik zal het wel doen.' Later op de avond was Stroganoff gekalmeerd en liet 100 gulden bren gen aan de kok voor de stokslagen die hij al te pakken had. Mezger liet zich niet van de wijs brengen door zijn hoge patiënten. Tijdens zijn spreekuur in Domburg liet hij de plaatselijke bevolking altijd voorgaan, omdat die moest werken. Toen een gravin daar op grond van haar maatschappelijke positie tegen protesteerde, ant woordde Mezger: 'Mevrouw, ik ken geen gravinnen, ik ken alleen patiënten.' Behandelde hij kunstenaars, dan accepteerde hij geen honorarium omdat 'de wetenschap van de kunst niets mocht aannemen'. Het einde In de zomer van 1908 vierde Mezger zijn zeventig ste verjaardag in Domburg. Op 22 augustus 1908 brachten schoolkinderen het echtpaar Mezger een aubade met een feestlied, dat door de kuurgaste en destijds befaamde liedcomponiste en intussen ook kuurgaste Catharina van Rennes was gecomponeerd; het Middelburgsch Stedelijk Muziekkorps gaf op uit nodiging van de jarige 's middags een concert voor de Domburgse bevolking en 's avonds knalde er vuurwerk vanaf Villa Irma. Niets wees erop dat het de laatste keer zou zijn dat men de kuurarts in levende lijve zag. In de eerste maanden van 1909 kwamen er slech te berichten uit Parijs over Mezgers gezondheid; hij stierf kort daarop. Zijn dood had zijn weerslag op het Domburgse badgastenpatroon en op de plaatselijke bevolking. De adellijke gasten maakten plaats voor de - veelal Nederlandse - welvarende middenklasse, een deel van de vermogende Duitse families bleef ech ter komen. Het was het einde van een tijdperk voor Domburg, maar in de schaduw ervan was een nieu we bloei ontstaan. Toen in 1910 het borstbeeld voor Mezger op 't Groentje werd opgericht, waren de kun stenaars al aan hun opmars begonnen. De jaren der tig en veertig lieten vervolgens hun sporen na, maar na een langzame opbouw is Domburg nu - met het vernieuwde Badpaviljoen als boegbeeld - weer toe aan een periode van welvaart. 31 Zeeuws Tijdschrift 2008 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 33