HET BADPAVILJOEN ALS BAKEN VAN DOMBURG
Na jarenlange strijd om behoud, studie op herstel en renovatie is het
zover. Op n juni 2008 opent minister-president Jan Peter Balkenende het
Badpaviljoen van Domburg. Een mijlpaal voor Zeeland, voor de Nederlandse
badplaatscultuur en voor de bijna 100-jarige erfgoedvereniging Heemschut.
Meer dan 25 jaar strijd is vooraf gegaan aan deze wedergeboorte. Het gebouw is
ternauwernood aan de slopershamer ontsnapt, maar werd gered door de geza
menlijke inspanningen van ontwikkelaars Ko van Garderen en Chris Dekker van
Vastgoedontwikkeling De Goese Watertoren en architect Egbert Hoogenberk van
het bureau voor Harmonische Architectuur. Het Badpaviljoen zal zowel vanaf
land als vanuit zee een markant baken van deze voorname Europese badplaats
blijven.
Hoe is het mogelijk dat de kwaliteiten van dit unieke gebouw zo lang onder
diuk hebben gestaan? Daarvoor moeten we een aantal decennia terug in de tijd. In
de jaren tachtig waren gebouwen als het Domburgse Badpaviljoen verouderd en
uit de tijd. Er was een nieuwe vorm van bouwen, strakker, zakelijker, moderner. De
torentjes van het paviljoen waren duur in onderhoud en pasten niet in de 'moder
ne' tijd. Het interessante is dat er in de waardering van monumenten altijd sprake
geweest is van een golfbeweging. Nu worden complete replica-stadjes gebouwd,
willen we terug naar vroeger, maar wel met het comfort van vandaag.
Voor de erfgoedvereniging Heemschut ligt de uitdaging nu juist weer in
het beschermen van de strakke, zakelijke en vaak goed doordachte architectuur
van de Wederopbouw. Terwijl voor huisraad uit de jaren vijftig recordprijzen
worden betaald, worden de huizen waarin ze stonden in hoog tempo gesloopt.
Heemschut zet zich mede daarom in voor het behoud van het roemruchte hotel
Britannia - oorspronkelijk uit 1886 maar in 1944 door een geallieerd bombarde
ment verwoest - aan de Boulevard Bankert in Vlissingen. Het is respectievelijk
in 1954 (het restaurant en de zalen) en i960 (het hotel) door de architect Joost
Boks (1904-1986) herbouwd. In zijn werk is een heldere, rationele combinatie
van betonconstructie met bakstenen vulling te zien. Hotel Britannia is naast het
gebouw van de eveneens roemruchte studentensociëteit Minerva in Leiden nog
een van de weinige voorbeelden van zijn naoorlogse werk.
Het is te hopen dat het niet weer 25 jaar duurt voordat de unieke kwalitei
ten van dit gebouw gezien en erkend worden. Het resultaat van de restauratie
van het Badpaviljoen strekt hierin tot lichtend voorbeeld. Zeeland weet hoe het
lean en mag zichzelf feliciteren met dit gerevitaliseerde en schitterende kroon
juweel: het Badpaviljoen dat de blikken van alle kanten op zich vestigt aan de
Noordzeekust.
Karei Loeff Paul van der Velde
Directeur Heemschut Hoofdredacteur Zeeuws Tijdschrift
2 Zeeuws Tijdschrift 2008 j 7