N EORENAISSANCE OP
EEN DOMBURGS DUIN
De bouwhistorie van het Badpaviljoen
Ösjor Evert tie longh
In Domburg, het stille dorp in de Manteling
waar de rijke families uit Middelburg in de
weekeinden ter verstrooiing gingen spelerij
den, werd in 1834 de basis voor een zeebad
inrichting gelegd. Dat water heilzame eigen
schappen heeft was al veel langer bekend. In
1799 werd in het Duitse Norderney de eerste
zeebadinrichting geopend voor het kuren onder
geneeskundige leiding en in Zandvoort was in
i8zë een dergelijke inrichting geopend.
Al gauw ontstond in Domburg de behoefte aan een
paviljoen. G.H. Grauss, de gemeentearchitect van
Middelburg, ontwierp een eenvoudig badhuis dat in
1837 werd aanbesteed voor 8.000 gulden. Al op 22
juli 1837 wordt dit badhuis geopend, een klein uit één
laag bestaand gebouwtje in een classicistische stijl.
Maar pas toen de spoorlijn in 1872 was doorgetrokken
naar Vlissingen werd Walcheren goed bereikbaar. Ook
de opening van de veerdienst Vlissingen-Harwich van
de Stoomvaart Mij Zeeland gaf een flinke impuls aan
de toename van het aantal bezoekers uit binnen- en
buitenland. Het Badhotel was weliswaar in i860 al
geopend, maar de toestroom van vooral ook buiten
landse badgasten kwam omstreeks de jaren tachtig
pas goed op gang.
In Vlissingen was inmiddels het Grand Hotel
des Bains in 1886 geopend, een imposant gebouw
met torens en arcades gebaseerd op neorenaissance
stijl. Niet dat Domburg concurrentie van Vlissingen
3 Zeeuws Tijdschrift 2008 7