IN MEMORIAM
M.C (Rinus) Verburg
De bevlogen oprichter en inspirator van het Zeeuws Tijdschrift
1920 2009
Naast zijn vele andere activiteiten voor en in de Zeeuwse samenleving was Rinus Verburg niet
alleen een van de drie oprichters (de anderen waren H. Pieters en L.W. de Bree) van het Zeeuws
Tijdschrift maar zeker in de eerste twintig jaar de stuwende kracht achter ons tijdschrift. Van 1950 tot
1966 was hij redactiesecretaris en tot 1990 was hij redacteur. Hiermee zal hij voor altijd de langst
zittende redacteur blijven. Door Paul van der Velde
Achterover geleund heeft hij in die periode niet. Meer
dan 100 artikelen verschenen er in de loop van die
tijd van zijn hand. Daarin lag vooral de nadruk op de
ontwikkelingen op sociaal, economisch en planolo
gisch terrein in Zeeland. Ook richtte hij zich over de
grenzen heen en vroeg bijvoorbeeld aandacht voor
een studie van een Venezolaan over het bevolkings
verloop en sociale planning in Zeeland. Ook schreef
hij niet zonder vrucht over geschiedenis, geografie,
erfgoed en sport. Hij schreef vele boekbesprekingen
en humorvolle columns onder het kopje 'Bloknoot'
die op de actualiteit ingingen. Hij waagde zich een
enkele keer aan een in memoriam zoals over zijn
redactiegenoot en vriend Louis Lockefeer die in 1968
overleed. Daarin kenschetste hij deze als een man
met hartstocht voor ontmoetingen - een eigenschap
die zonder meer ook op hemzelf van toepassing was.
'Het Zeeuws Tijdschrift is zelf een exponent van het
ontmoetingsklimaat en niet minder zijn de redactie
vergaderingen dat.'
In Groot Zeeland. Vijftig jaar Zeeuws Tijdschrift
ig$o-20oo werd hij uitgebreid geïnterviewd om op die
manier meer te weten te komen over de oprichting en
eerste twintig jaar van het bestaan van dit tijdschrift.
Dat deed hij erg openhartig. Het bleek dat hij enorm
veel aardigheid aan het maken van het ZT beleefde
waarvoor hij naast zijn drukke werkzaamheden als bij
voorbeeld directeur van het Economisch Technologisch
Instituut voor Zeeland (ETI) tijd vrijmaakte. 'De ver
gaderingen - in Vlissingen, Middelburg en af en toe
Hulst - waren altijd bijzonder gezellig. Tot diep in de
nacht zaten we te praten en te borrelen; ja, de bijeen
komsten hadden meer weg van die van een avant-gar-
distische kunstkring dan van een redactie.'
Verburg had onder Tinbergen en Lieftinck
Economie in Rotterdam gestudeerd en was duide
lijk een aanhanger van de doorbraakgedachte van na
de Tweede Wereldoorlog en lid van de PvdA die daar
toen voor stond. In die oorlog was hij ondergedoken.
Het Zeeuws Tijdschrift wijdde in opdracht van de pro
vincie in 1969, 25 jaar na de bevrijding, een num
mer daaraan. Verburg schreef in zijn 'Herinneringen';
'Onderduiken is toch al een nerveuze bezigheid, maar
als je verborgen zit in een herbouwd blokje van drie
huizen - met een collega en naar later blijkt met nog
een - in de Lange Delft in Middelburg wordt de rust
niet groter. Na bijna een jaar zie je er bleek en opge
blazen uit. Af en toe kruip je naar het raam, op je
knieën, en ga je achter de straatwand tussen twee
ramen staan om je slecht geklede stadgenoten te
begluren. De man die aan de overkant woont, naast
het grote plein waar een Vroom Dreesmann zal
komen, zegt je na de oorlog dat hij je steeds zag krui
pen, maar gelukkig was hij "goed".'
62 Zeeuws Tijdschrift 2009 I 1-2