De familieleden vinden dat de bewoners meer 'thuis zijn', dat het er gezelliger is ingericht en zij zijn beter te spreken over het toezicht in de huiskamer. De sfeer is minder anoniem, de familieleden kennen de verzorgenden goed en de communicatie met hen is beter. Een vergelijking tussen grootschalig en klein schalig wonen binnen SVRZ door onderzoeksbureau van Loveren Partners uit 2009 leverde soortgelijke resultaten op. Kleinschalig wonen scoorde beter op de volgende punten: inspraak en overleg, bejegening, telefonische bereikbaarheid, lichamelijke verzorging, professionaliteit van de zorg, wooncomfort, sfeer, woonruimte en privacy en beschikbaarheid personeel. Natuurlijk is kleinschalig wonen geen wonder middel. Staatssecretaris Jet Bussemalcer zegt in een interview met een opinieblad voor beslissers in de zorg (juli 2007): 'Kleinschaligheid is mooi, maar het moet wel goed gebeuren.' Wil een kleinschalige woonvorm succesvol zijn, dan moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan, zoals ervaren en deskundig personeel, een gedegen en goed doordachte visie. Ook de inbedding in een grotere organisatie is daarbij van belang. 'Doorgaan' concluderen de onderzoekers van Trimbos-instituut en het EMGO-Vumc ten aanzien van de verdere ontwikkeling van kleinschalig wonen. Maar - zo stellen zij ook - er kan nog veel verbeterd worden aan de kwaliteit van leven van mensen met dementie. Daar is nog veel meer kennis voor nodig. De verdere uitbouw van kleinschalig wonen betekent niet dat alle verpleeg- en verzorgingshuizen nu maar weg moeten, volgens Bussemaker. Mensen moeten kunnen blijven kiezen. Gespreide concentratie Meer dan de helft van het aantal plaatsen is gereali seerd in kleine locaties (tot en met 48 plaatsen). In 2010 bestaat bovendien nog steeds meer dan een derde deel van de plaatsen uit zeer kleine locaties (tot en met 24 plaatsen). Langzamerhand neemt echter het kleinschalig wonen op grotere locaties toe. Om organisatorische en financiële redenen worden kleinschalige woonvormen zoals groepswoningen gekoppeld. Om 24-uurs zorg te kunnen leveren is - met name vanwege de nachtbezetting - al snel een clustering van vier groepswoningen noodzakelijk. Ook worden groepswoningen vaak gecombineerd met zorgwoningen voor zelfstandig wonende ouderen en verschillende zorg- en welzijnsfaciliteiten. Een belangrijk voordeel van spreiding van klein schalige woonvormen is dat ouderen in hun dorp of buurt kunnen blijven wonen, in de bekende omge ving, vaak in de nabijheid van familie, vrienden en kennissen. Van een gedwongen verhuizing naar een verpleeghuis vele kilometers verderop is niet langer sprake. Ook hun familieleden en mantelzor- gers hebben er baat bij dat zij in de buurt kunnen blijven wonen. Verder verbetert en versterkt het de leefbaarheid in kleine kernen en in wijken van gro tere plaatsen. Spreiding past in de Zeeuwse context. Kleinschalig wonen maakt het ook mogelijk om men sen bijeen te brengen op grond van hun voorkeuren en achtergrond, zoals geloof, land van herkomst, levensstijl en hobby's. Naarmate meer zorgaanbieders het concept van kleinschalig wonen overnemen, worden ook vaker grotere locaties gerealiseerd door renovatie van bestaande verpleeghuizen of door nieuwbouw. Een voordeel van grotere locaties is dat bewoners en mede werkers gemakkelijker gebruik kunnen maken van de faciliteiten en voorzieningen van de grotere orga nisatie en van de activiteiten die daar worden georga niseerd. In Zeeland vinden we uitgesproken voorbeel den van zowel spreiding van kleinschalig wonen als concentratie. Zo ook SVRZ dat zich richt op spreiding van kleinschalig wonen naast een zogenoemd twee delijns zorgcentrum per regio. In 1996 telde SVRZ over heel Zeeland vijf locaties voor verpleeghuiszorg, in 2007 waren dat er 42! Een voorbeeld van een zorgaanbieder die kleinschalig wonen op een grotere locatie heeft gerealiseerd is Stichting Werkt voor Ouderen. De locatie Ter Reede in Vlissingen omvat naast een groot aantal appartementen voor ouderen die zelfstandig wonen een tweetal verpleeghuizen van ieder ongeveer 90 plaatsen die gerealiseerd zijn in de vorm van kleinschalig wonen. Bijna 90 procent van de dementerenden woont nu kleinschalig in Zeeland. Een nationale trend lijkt gezet. Literatuur Depla, D. en S. te Boekhorst (2007). Kleinschalig wonen voor mensen met dementie: doen of laten? Amsterdam: Trimbos- Instituut en EMGO-VUmc. Waarde, H. van en M. Wijntjens (2007). De toekomst van klein schalig wonen voor mensen met dementie. Utrecht: Aeces-Actiz kenniscentrum Wonen-Zorg. Van Loveren Partners (2009). Resultaten CQ-Index SVRZ. Beuningen: Van Loveren Partners. Cliënt en kwaliteit (2007). Secundaire analyses SVRZ. Z.pl.: Cliënt en kwaliteit. 41 Zeeuws Tijdschrift 2009 j 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2009 | | pagina 41