was nieuw, om niet in termen van paternalistische
zorg te denken, maar in termen van ondersteuning,
waarbij de behoeften door de cliënt zelf worden aan
gegeven en waarbij nieuwe methoden zijn ontwik
keld om die ondersteuningsbehoefte goed in beeld te
krijgen. Ook nieuw was het outcome based thinking
waarbij ontwikkelingsdoelen worden geformuleerd en
methoden ontwikkelt om de voortgangsresultaten vast
te stellen.
In het woordgebruik heeft dat geleid tot het uit
bannen van een begrip als 'handicap'. Arduin zette
daarmee een grote verandering in bij het denken
over de mens met een beperking. Dat daartoe een
lange weg is afgelegd wordt geïllustreerd door het
woordgebruik van een rijksnota uit 1968 die nog
generaliserend sprak over debielen en imbecielen.
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport, Jet Bussemaker, complimenteerde Arduin met
zijn rol in het veranderen van denken over de mens
met een beperking.
De schaamte voorbij
Het laten verrichten van werkzaamheden door cliën
ten van Arduin heeft de nodige verontwaardiging bij
familieleden veroorzaakt. Hoe kun je die gehandi
capten dat aandoen? Gelukkig hebben veel mensen
hun weerstand laten varen, nadat ze de grote arbeids
vreugde opmerkten die hun familieleden bij Arduin
ervaren. Jammer genoeg gold dat niet voor allen,
sommigen verbraken zelfs de relatie met Arduin
zoals de ouders van George. Hij was hoofdrolspeler
in een musical opgevoerd door cliënten van Arduin.
George glorieerde in zijn rol met een positief effect
op zijn dagelijks functioneren. Medewerkers van
Arduin genoten van deze vooruitgang. Hij ging zich
veel zelfstandiger gedragen. Hij liet bijvoorbeeld zijn
ouders weten het niet vanzelfsprekend te vinden
ieder weekend naar huis te komen. Als hij thuis was,
vond hij het niet nodig dat zijn moeder hem onder
de douche stopte, dat kon hij immers zelf wel. De
ouders van George ging deze ontwikkeling te ver en
ze hebben hem naar een andere instelling overge
plaatst.
Door de verandering in het denken over de zorg
voor mensen met een verstandelijke beperking wordt
er in Nederland makkelijker beroep gedaan op profes
sionele ondersteuning. Wat opvalt is dat allochtonen
nog weinig beroep doen op deze zorg. Een indicatie
dat deze zorg een sterke culturele en zelfs religieuze
inslag kent. Allochtonen verbergen hun verstandelijk
beperkte kind of sturen het naar familie in het moe
derland. Voordat we daar verontwaardigd op reage
ren, moeten we ons realiseren dat het met schaamte
belaste denken over de gehandicapte mens ook in
Nederland nog niet volledig is uitgebannen. Gelukkig
is het beroep op professionele ondersteuning in de
periode 2002 - 2007 met 30 procent toegenomen.
Dat is een positieve ontwikkeling en redenen genoeg
voor Arduin om met hen die het veranderingsbeleid
ondersteunen op de ingeslagen weg voort te gaan.
Voor meer informatie: www.arduin.nl
65 Zeeuws Tijdschrift 2009 3-4