Mr. G.A. Fokker, bibliothecaris Provinciale Bibliotheek van Zeeland 1859-1878 bibliotheken zoals die omstreeks die tijd in Engeland ontstonden.'5 In een in 1879 door Van Eek geschreven 'In Memoriam' wordt Fokker gekarakteriseerd als een jonge, vooruitstrevende liberaal. Na het doorlopen van de 'Franse en Latijnse school' maakte hij in augustus 1831 als vrijwilliger bij de Zeeuwse schut terij de Tiendaagse Veldtocht mee. In november van datzelfde jaar liet hij zich als student in de rechten te Leiden inschrijven. In sneltreinvaart legde hij zijn kandidaats- en doctoraal examen af. Na zijn promotie in 1836 vestigde hij zich als advocaat te Middelburg. In 1843 werd hij aangesteld als procureur bij de arron dissementsrechtbank en het Provinciaal Gerechtshof. Van 1851 tot 1853 was hij kantonrechter in zijn geboor testad. Bij de eerste verkiezingen na de grondwets herziening van 1848 werd Fokker voor het kiesdistrict Zierikzee gekozen als lid van de Tweede Kamer van de Staten Generaal. Als gevolg van een herindeling van de kiesdistricten moest hij in 1850 zijn plaats echter afstaan aan een andere Zeeuwse afgevaardigde. Als kamerlid was hij een aanhanger van de liberale beginselen en hield hij zich vooral bezig met het spaarbankwezen, de belastingen, het kiesstelsel, de polder- en waterschapsbelangen.6 Ook de inspanningen die grondlegger Fokker zich getroostte om de Provinciale Bibliotheek van de grond te tillen, hij was bibliothecaris van 1859 tot 1878, waren een welbewuste bijdrage aan het negentiende- eeuwse vooruitgangsgeloof gebaseerd op de idealen van de Verlichting. Bij de verheffing van de arme en behoeftige stand speelde het (openbaar) onderwijs naar de mening van de jonge liberalen een doorslag gevende rol. In de woorden van dezelfde Van Eek: 'In de laatste vijftig jaar heeft er een ommekeer plaats gehad, zooals de wereld nooit heeft aanschouwd. Vele nevelen zijn weggevaagd, de verkeerdheden thans nog bestaande dagteelcenen van vroeger, men kan niet alles tegelijk doen; bijna iedere nieuwe regeling brengt verbetering aan. Wij gaan vooruit en met ver trouwen, omdat wij door vaste en redelijke beginselen worden geleid. Dat alles hebben we te danken aan de mannen van wetenschap, veerkracht en menschen- liefde, waaronder Fokker zoo eenen schonen rang innam. Aan hem en de zijnen zijn wij het verpligt, dat onze eeuw zal geboekstaafd worden als een keerpunt, als de bakermat van de vrijheid, der menschenliefde en van het regt.'7 Hoewel Fokker gekenschetst mag worden als rechtshistoricus, was hij toch vooral een man van de praktijk. Dat kwam reeds tot uitdrukking in zijn belangstelling voor het spaarbankwezen als alternatief voor de bij de gewone man populaire loterijen. Nog duidelijker blijkt zijn belangstelling voor contempo raine ontwikkelingen uit zijn steun voor de aanleg van de Zeeuwse spoorweg. Toen in 1866 vanuit België bezwaar werd gemaakt tegen de afdamming van de Oosterschelde was Fokker de eerste om in een bro chure de rechtmatigheid van de Belgische eisen te weerleggen.® Ook het initiatief van oud-kapitein ter zee M.H. Jansen om vanuit Vlissingen een stoom vaartmaatschappij met de vaart op Amerika te exploi teren, had zijn warme steun.9 Die belangstelling voor contemporaine ontwikkelingen kwam tot uitdrukking in de rubriek 'staathuishoudkunde' van de catalogus van de bibliotheek. De boeken en geschriften van eigentijdse staathuishoudkundigen waren daarin ruim vertegenwoordigd.10 Jacobus Broekema: een bibliotheek kan niet zonder een goede catalogus Ter gelegenheid van de heropening van de Provinciale Bibliotheek in 1953 schreef de oud-griffier van Gedeputeerde Staten van Zeeland B.D.H. Tellegen een korte geschiedenis van de instelling. Daarin wordt Jacobus Broekema (1846-1928) als volgt ten 13 Zeeuws Tijdschrift 2009 I 5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2009 | | pagina 13