in het karakter en de structuur van de bibliotheek. In 1985 werd de Provinciale Bibliotheek van Zeeland getransformeerd tot de Zeeuwse Bibliotheek. Alleen afgaand op de naamgeving lijkt deze overgang op het eerste gezicht niet echt spectaculair. In feite betekende deze ontwikkeling echter wel degelijk een radicale verandering. Met de oprichting van de Zeeuwse Bibliotheek werd een nieuw instituut in het leven geroepen, dat wezenlijk verschilde van de oude Provinciale Bibliotheek. Onder de parasol van de Zeeuwse Bibliotheek ressorteerden voortaan de voor malige Provinciale Bibliotheek, de Zeeuwse Centrale Muziekbibliotheek, de Provinciale Bibliotheekcentrale en de Openbare Bibliotheek Middelburg. In zijn toespraak bij de opening van de nieuwe Zeeuwse Bibliotheek gaf De Bruine een scherp omlijnd beeld van wat hij zag als de primaire taak van een regionale bibliotheek. De Zeeuwse Bibliotheek diende in zijn optiek meer te zijn dan een bibliotheek, en wel een culturele instelling, een cultureel verzor gingsinstituut. Het ingewikkelde van deze benade ringswijze is het omstreden ofwel niet eenduidig te omschrijven begrip cultuur. De Bruine ging daarvoor te rade bij de Engelse schrijver, dichter en essay ist Matthew Arnold, die cultuur omschreef als 'het nastreven van onze totale volmaaktheid doordat wij, over alle zaken, die ons het meest aangaan, het beste te weten komen wat daarover gezegd en gedacht is.' Naar de mening van De Bruine is cultuur echter meer dan het nastreven van persoonlijke volmaakt heid, zo die al ooit te bereiken is. In zijn eigen woor den: 'Cultuur heeft alles te maken met de maatschap pij, maar cultuur heeft ook te maken met kennis en schoonheid. En in die zin is de Zeeuwse Bibliotheek als een culturele instelling te beschouwen. De doel stelling van de bibliotheek is immers gelegenheid te geven tot het verwerven van kennis en tot studeren, tot het verkrijgen van informatie tot die culturele acti viteit bij uitstek, die zozeer met schoonheid verbon den lean zijn: re-creatie. Dat laatste kan echter alleen functioneren en tot zijn recht komen in een bredere sociale context. Cultuur is immers ook een ontmoe ting, een voortgaand gesprek over grenzen van tijd, ruimte, volken en beschavingen heen. Het concept van de Zeeuwse Bibliotheek beoogt aan die dialoog een bijdrage te leveren. Meer nog wil de ZB een tref punt zijn voor mensen die wetenschappelijk, artistiek, maatschappelijk, literair creatief bezig willen zijn in H. Pieters, bibliothecaris Provinciale Bibliotheek van Zeeland 1953-1961. lokaal, regionaal, nationaal of internationaal verband.' Met deze insteek sloot De Bruine nauw aan bij wat in de preambule van dit betoog werd opgemerkt over de opheffing van het isolement van de regio. Om De Bruine te citeren: 'Dammen, bruggen, wegen, grote waterstaatkundige werken hebben de provincie voor een groot deel ontsloten. Ik zal niet beweren, dat alle gevolgen van die ontsluiting zegenrijk genoemd kun nen worden. Wel constateer ik, dat bijvoorbeeld deze bibliotheek nooit gebouwd zou zijn als die afzonde ring niet was doorbroken.'20 Twee jaar lang heeft De Bruine vanuit zijn optiek kunnen werlcen aan de invulling en vormgeving van het nieuwe instituut: de Zeeuwse Bibliotheek. Het is echter goed om hier nog eens vast te stellen, dat hij tijdens het grootste deel van zijn periode als biblio thecaris (1961-1987) vanuit de oude structuur van de Provinciale Bibliotheek zijn opvattingen in de praktijk bracht. Dat resulteerde in de ruimhartige dienstver lening aan scholieren als nieuwe doelgroep, afsplit sing in 1968 van de Technische Bibliotheek Zeeland (als dependance van de Provinciale Bibliotheek in Vlissingen) ten behoeve van industrie en technisch onderwijs aldaar, bevordering van bibliotheekfacilitei ten in de jaren zeventig op het platteland van Zeeland door middel van bibliobussen en vaste vestigingen en 18 Zeeuws Tijdschrift 2009 i 5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2009 | | pagina 18