EEN VEELZIJDIG TALENT
GERARD VON BRUCKEN FOCK (1859-1935)
Het is een opmerkelijk toeval dat het jaar 1859 niet
alleen het geboortejaar vormt van een instituut dat
uiteindelijk zou uitgroeien tot een van de beste biblio
theken van ons land, maar ook van een man die door
tijdgenoten als de beste componist van Nederland
werd beschouwd: Gerardus Hubertus Galenus von
Brucken Fock (Koudekerke 28-12-1859 Heemstede
15-8-1935).
Gerard von Brucken Fock werd geboren op de aan
de rand van Middelburg gelegen buitenplaats Ter
Hooge. Voor zijn levensonderhoud heeft hij nooit
hoeven werken. Aangezien hij naar eigen zeggen in
de ogen van zijn ouders 'ongezeggelijlc en koppig'
was, werd hij in 1871 op een kostschool in Kampen
geplaatst. Onderweg daarheen logeerden zijn ouders
met hem en zijn broer Emile in het Amstel Hotel
in Amsterdam. Hier vond een voorval plaats dat van
blijvende invloed op zijn zelfbeeld is geweest. Toen
hij daar op een piano in de salon enkele stukjes uit
het hoofd speelde, complimenteerde een dame zijn
vader hiermee. Die antwoordde echter dat dit spel nog
niets was vergeleken bij dat van Emile. Deze uitspraak
bleef als een angel in het hart van de elfjarige Gerard
zitten: zijn leven lang voelde hij zich achtergesteld bij
anderen.
Hij nam compositielessen bij Richard Hol in Utrecht,
die hem tussen 1877 en 1879 de beginselen van de
harmonieleer bijbracht. In zijn Utrechtse tijd kreeg
hij tevens pianolessen van T.L. van der Wurff, speelde
altviool in ensembles en onderhield contacten met
vooraanstaande musici uit het Utrechtsch Orkest,
met wie hij in Middelburg concerteerde. Hij schreef
in deze periode veel pianomuziek, waarvan som
mige stukken onder opus 29 werden uitgegeven.
Hij studeerde verder in Berlijn bij Friedrich Kiel en
Woldemar Bargiel. In die jaren verschenen piano
stukken van zijn hand als opus 1 in druk. Op deze
Berlijnse periode volgden vanaf 1883 rusteloze
omzwervingen, tijdens welke Von Brucken Fock zich
onder meer ophield in Amsterdam, Dresden, Praag,
Wenen en op het Duitse waddeneiland Borkum. In
1885 keerde hij terug naar Middelburg. Zijn huwelijk
met jonkvrouw Marie Pompe van Meerdervoort, doch
ter van een Zeeuws Tweede Kamerlid, vond in hetzelf
de jaar plaats. In de zomers verbleef het paar in een
huisje te Domburg, waar Von Brucken Fock tekende,
aquarelleerde en componeerde.
Vele verblijven elders volgden, onder meer in Parijs,
Amsterdam en Berlijn, maar voortdurend heen en
weer geslingerd tussen kunst en kerk, tussen de
ideeën van Henrik Ibsen en Leo Tolstoj, vond hij
nergens rust. Desondanks heeft hij een aanzienlijk
oeuvre nagelaten, als componist én beeldend kunste
naar. Als toonkunstenaar schiep hij een groot aantal
werken voor een ruim aantal bezettingen, waaruit
invloed blijkt van bijvoorbeeld Chopin, Grieg, Brahms
en Liszt. Zijn pianocomposities verraden grote affini
teit met het instrument, en veel van zijn orkestwerken
zijn impressionistisch van karakter. Dat geldt ook voor
zijn schilderijen en tekeningen. Met Daniël de Lange
en Alphons Diepenbrock behoorde hij tot de eersten
in Nederland die Franse liederen schreven. Door
grote musici van zijn tijd werd hij zeer gewaardeerd.
Nu, 150 jaar na zijn geboorte, is het de hoogste tijd
voor een herwaardering van Von Brucken Fock.
In de Zeeuwse Bibliotheek bevinden zich veel originele docu
menten met betrekking tot G.H.G. von Brucken Fock, zoals de
cahiers met zijn zelfgeschreven 'Levensherinneringen' die een
belangrijke bron van kennis vormen.
Albert Clement, 'Fock, Gerardus Hubertus Galenus', Biografisch
Woordenboek van Nederland VI ('s-Gravenhage 2008), 131-134.
Albert Clement
37 Zeeuws Tijdschrift 2009 j 5-6