\Pl LLONI - Tl
Perfecte vroege drukkunst
Ongetwijfeld behoort Appollonius van Thyro tot de
kroonjuwelen van de Zeeuwse Bibliotheek. Het boekje
is in 1493 gedrukt door Christiaen Snellaert in Delft.
Heel professioneel laat hij aan het slot weten, dat
het zetten van de tekst op 23 september van dat jaar
voltooid is. Met die informatie gaf een drukker te
kennen dat de hele productie op de dag af gepland
was. Een dergelijke garantie deed vertrouwd aan in
de beginperiode van de boekdrukkunst, toen het nog
wemelde van charlatans. Snellaert zal zo'n 300 a 500
exemplaren vervaardigd hebben van dit spannende
liefdesverhaal, waarvan er slechts één bewaard is.
Zeker als het om literatuur ging, waren er weinig
redenen om zo'n boekje te bewaren. Zijn vakman
schap toonde zich evenzeer door de fraaie typografie:
hij had een moderne letter verworven van de spraak
makende ontwerper Hendrik de Lettersnijder. Zo'n
boekje was vergeleken met nu relatief duur - zeg
omgerekend een vijftig euro - waardoor potentiële
kopers met aantrekkelijke uiterlijkheden in verleiding
gebracht moesten worden. Dat spreekt nu vanzelf,
maar was toen nog tamelijk onwennig. Een tekst in
handschrift werd in opdracht gemaakt, maar voor
oplagen van honderden exemplaren in druk moesten
de juiste wegen nog gevonden worden.
Veel van die vroege ondernemers stortten zich te
exclusief op de nieuwe techniek van het drukken en
verwaarloosden daardoor het slijten van hun product
op de markt - daar bestond nog weinig ervaring
mee. Maar Snellaert voelde zich helemaal thuis in
die nieuwe handelsambiance. Hij beschikte over een
netwerk van agenten, kramers en boekverkopers,
vooral in Antwerpen dat juist aanstalten maakte om
de wereldmarkt te veroveren. Bovendien had hij oog
voor renderende literatuur in de volkstaal gezien
zijn edities van de Karei ende Elegast en de Elckerlijc.
Met de Appollonius van Thyro koos hij voor een bewe
zen succes op de Europese markt, waarvan hij een
geschikte bewerking had aangetroffen in Die gesten of
gheschienissen van Romen, onder meer in 1483 gedrukt
door een Delftse collega. Uit deze bundel leerzame
verhalen nam Snellaert zijn tekst vrijwel ongewijzigd
over. Zijn handelsoog blijkt ook uit het aanbrengen
van een wervende titelpagina met een duidelijke titel
en een plaatje van twee mannenhoofden op staken.
De inhoud van dit veelbelovende verhaal valt niet
na te vertellen. Het enige richtpunt in de volstrekte
warboel van personen en verwikkelingen bestaat
uit de verwarringen die de verdwazende liefde aan
richt. Dat thema was zeer geliefd, omdat menigeen
zich zorgen maakte over de verwoestende macht
van de liefde, die ook onder kooplieden hele fami
liekapitalen op het spel zette. Daarbij is duidelijk
dat de tekst niet bedoeld is voor individuele lezers.
Hij hoort thuis in een beperkte (voor)leeskring waar
men kan herhalen, uitleggen, recapituleren en voor
uitwijzen, geholpen door de inhoudsopgave aan
het begin. Op deze gebruikssituatie wijzen ook de
soms rijmende woorden in het proza die de com
municatie vergemakkelijken. Maar hoe dan ook heeft
Appollonius van Thyro aanmerkelijk succes gehad in
Europa. Nog Shakespeare volgt het verhaal gedetail
leerd in zijn samen met een ander geschreven Pericles.
De Zeeuwse Bibliotheek mag zich blijven verheugen
over deze unieke getuigenis van een prachtig uitge
voerde variant in het Nederlands, nog steeds vermake
lijk en leerzaam om (voor) te lezen.
G. van Thienen a.o., Incunabula printed in the Low Countries.
Nieuwkoop, 1999, nr. 263
editie in G. Penon, Bijdragen tot de geschiedenis der Nederlandsche
Letterkunde. Groningen, 1880, dl. I, p. 123-182
L. Debaene, De Nederlandse volksboeken. Antwerpen, 1951, p.
32-35
H. Pleij, Komt een vrouwtje bij de drukker... Amsterdam, 2008.
Herman Pleij
41 Zeeuws Tijdschrift 2009 5-6