HET JOURNAAL VAN ISAAC BEECKMAN Licht op een geniale Zeeuw Op maandag 28 oktober 1878 werd op het Koorkerkhof in Middelburg ten overstaan van notaris Woutersen een grote openbare verkoop gehouden. De boekver kopers Van Benthem en Jutting hadden van verschil lende liefhebbers een groot aantal boeken, kaarten, platen, schilderijen, penningen, munten en weten schappelijke instrumenten overgenomen en boden deze nu ter verkoop aan. Nummer 2186 stond in de catalogus aangekondigd als 'J. Beekman, natuurlc. en mathem. schriften, Mss. van 472 blad. 1604-1636, l.b., kop sloten'. Veel belangstelling voor dit nummer was er niet. Uiteindelijk werd het manuscript gekocht door Jutting zelf, voor het bedrag van f 0,50, minder dan voor een Herodotus-editie uit 1715. Voor hetzelfde bedrag werd het manuscript later doorverkocht aan de Provinciale Bibliotheek in Middelburg. En daar keek vervolgens niemand ernaar om. Totdat Cornelis de Waard, de zoon van de rijks archivaris in Zeeland, er in 1905 wel naar keek en doorkreeg dat wat hij voor zich had een belangrijke bron voor de geschiedenis van de Nederlandse weten schap was. De Waard jr. studeerde natuurkunde in Amsterdam en had in dat kader belangstelling voor de geschiedenis van de natuurkunde gekregen. Hij had iets over René Descartes en zijn obscure Nederlandse vriend en inspirator Isaac Beeckman gelezen en nu hier, in de Provinciale Bibliotheek van Middelburg, had hij het verloren gewaande wetenschappelijke dagboek van Beeckman voor zich. De rest is, zoals dat heet, geschiedenis (dat wil zeggen: De Waard transcribeerde het manuscript, zocht in alle mogelijke archieven materiaal over Beeckman, schreef een paar artikelen en gaf tussen 1939 en 1953 het door hem zo genoemde Journal van Beeckman uit). Dat dit manuscript nu een van de topstukken van de Zeeuwse Bibliotheek is, hoeft amper betoog. Toen Beeckman (Middelburg 1588 - Dordrecht 1637) nog in Veere op school zat begon hij met een boelc met gemeenplaatsen of'loei communes', dat wil zeggen: een verzameling citaten uit klassieke bronnen die later goed van pas konden komen bij het componeren brieven of toespraken (de titelpagina van het manus cript zegt ook dat hier Loei communes zijn verzameld). Maar in zijn tijd als student in Leiden (hij studeerde er theologie en wiskunde) is hij dat boek gaan vul len met een groot aantal natuurwetenschappelijke beschouwingen die hem tot de meest vooraanstaande fysicus van Nederland voor Christiaan Huygens had den gemaakt, als hij er maar bij leven iets van had gepubliceerd. Maar die aandrang, nu zo gewoon, had hij niet en dus bleven zijn soms geniale inzichten in dat manuscript verborgen of kwamen ze de wetenschap van zijn tijd ten goede via de geschriften van anderen, die het geluk hadden met Beeckman over zijn ideeën te kunnen praten - in de eerste plaats de Franse filosoof en wis- en natuurkundige René Descartes. Toen Beeckman en Descartes elkaar in 1618 in Breda ontmoetten, zette Beeckman zijn jonge Franse vriend op het spoor dat naar de ontwikkeling van de mecha nistische natuurwetenschap zou leiden. Later raakten beiden met elkaar gebrouilleerd. Toen Beeckman overleed, waren er nog maar weinigen die wisten hoe de verhouding tussen hem en Descartes werkelijk was geweest. Totdat De Waard het manuscript van het Journal weer op het spoor kwam en de historische wereld daarvan op de hoogte bracht. Het onderzoek naar de betekenis van Beeckman gaat tot op de dag van vandaag door, en steeds meer blijkt hoe origi neel, veelzijdig en genereus deze zeventiende-eeuwse Zeeuw is geweest. Klaas van Berkel 43 Zeeuws Tijdschrift 2009 j 5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2009 | | pagina 43