DE 'ZEEUWSE' BENVENISTE TALMOED Het is bijna onmogelijk in kort bestek uit te leggen wat de Talmoed is. Het is geen boek, maar een kleine bibliotheek van Joodse traditie en bijbelstudie, losjes naar onderwerpen verzameld in 63 traktaten, geor dend in zes 'seders' (hoofdafdelingen). De aanvanke lijk mondelinge overlevering werd rond het jaar 200 van de gewone jaartelling schriftelijk vastgelegd in de Misjndh (leerstof). De zes seders geven ongeveer de inhoud weer: 1. veldvruchten, 2. feesten en gedenkda gen, 3. vrouwen, 4. schade, 5. offers en 6. reinheid. In het toenmalige Palestina en in Babylonië (het huidige Israël en Irak) bleven leerscholen zich met de materie bezig houden; er werd een uitvoerige aanvulling op de tekst gegeven: de Gemard (voltooi ing). Misjnah en Gemara vormen samen de Talmoed. De Babylonische Talmoed werd rond 500 schriftelijk vastgelegd. In de daaropvolgende eeuwen volgden tal loze commentaren op de tekst, tot op de huidige dag. In de middeleeuwen werd de Talmoed vele malen met de hand gekopieerd, maar als gevolg van de ker kelijke vervolgingen zijn daarvan geen exemplaren overgebleven. Na de uitvinding van de boekdrukkunst verschenen er afzonderlijk gedrukte traktaten en later ook complete edities. Maar die waren meestal zwaar gecensureerd door de kerkelijke overheden. Pas in Amsterdam kon in de zeventiende eeuw een ongecen sureerde editie verschijnen. Sinds 1627 was de pers van Menasseh Ben Israel actief in Amsterdam, dat al spoedig een leidende positie ging innemen in de productie van Hebreeuwse boeken: de relatieve godsdienstvrijheid, de kwaliteit van het Amsterdamse drukwerk en van het papier werkten in het voordeel van Joodse drukkers. De eer ste Joodse drukker die het waagstuk van een volledige Talmoededitie aandurfde was Immanuel Benveniste. Hij was afkomstig uit Venetië en volgde vanaf 1640 feitelijk Menasseh Ben Israel als drukker op. In dat jaar treffen we zijn naam aan in de Amsterdamse archieven. Hij was toen 32 jaar oud en vestigde zich in de Lange Houtstraat op Vlooyenburg (ongeveer waar nu de Stopera staat) en blijkt een uiterst profes sioneel werkende drukker-uitgever-boekhandelaar, die tot 1659 vrijwel alle Spaanse en Hebreeuwse werken drukte, die een Joodse gemeenschap of een Joods geleerde nodig had. Hij overleed in 1664. In Nederland bevinden zich exemplaren in Amsterdam, Leiden, Haarlem en Middelburg. Het is niet hele maal zeker hoe de Benveniste Talmoed in Zeeland terecht is gekomen. We weten alleen, dat het werk door de Bijzondere Kerkeraad van de Hervormde Jacobskerk van Vlissingen, die het sinds het einde van de achttiende eeuw in bezit had, voor de Tweede Wereldoorlog naar Middelburg is overgebracht en deerlijk gehavend is door de oorlogshandelingen van 1940. Dankzij onder meer een schenking van de ABN AMRO-bank kon het in 1996 deskundig gerestau reerd worden en in twaalf perkamenten boekbanden gebonden worden. Er bestaat geen Nederlandse vertaling van de Talmoed, maar er is een aantal vertalingen van Misjnah-traktaten beschikbaar. Van de Babylonische Talmoed bestaan er, afgezien van de commen taren, een volledige Engels en een Duitse vertaling. Een goede Nederlandse inleiding biedt het boekje van J.L. Palache en de inleiding van R.C. Musaph-Andriesse, Wat na de Tora kwam. Adri K. Offenberg 45 Zeeuws Tijdschrift 2009 j 5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2009 | | pagina 45