DEN ZEUSEN BEESEM
Het pamflet ais veelzijdig en prikkelend medium
Onder in de Zeeuwse Bibliotheek bevinden zich de
bijzondere collecties. Op een zomerse vrijdagmid
dag zoek ik daar naar de verzameling pamfletten.
De conservator Ronald Rijkse leidt me door een dikke
deur, met een groot draaiwiel, naar de juiste kamer
en kast. De talrijke pamfletten bieden een fleurig aan
zicht, met hun gemarmerde kaften in allerlei kleuren.
Oorspronkelijk zagen ze er niet zo uit, maar na het
Duitse bombardement in mei 1940 op Middelburg,
zijn de pamfletten die werden gered voorzien van
nieuwe kaften. Hoewel vuur en water destijds vele
exemplaren hebben vernietigd, bevat de collectie er
nog steeds 5.200 uit de zestiende tot en met de acht
tiende eeuw. In 1994 verscheen de zeer toegankelijke
catalogus Den Zeusen Beesem, samengesteld door
W.C. Zijlstra en aangevuld met nieuw verworven pam
fletten. De titel is ontleend aan een pamflet uit 1652,
een hekeldicht op Hollandse regenten.
Tegenwoordig bereiken nieuws en opinie ons via aller
lei kanalen: kranten, tijdschriften, tv, radio en inter
net. In vroegere eeuwen was het pamflet hét medium
om een groter publiek te bereiken. Het laatste nieuws,
uitvoerige commentaren op de actualiteit, pittige plei
dooien over politiek-religieuze zaken en roddels over
vooraanstaande personen vulden de kleine gedrukte
boekjes. Pamfletten verschenen vaak anoniem en wer
den met wervende leuzen aangeprezen in boekhan
dels en door straatventers; in kroegen lagen ze vaak
ter inzage. Of ze werden stiekem onder de deurmat
geschoven of op een publieke plaats opgehangen.
Een spraakmakend pamflet kon vele reacties losma
ken, want van objectiviteit was geen sprake, het ging
om overtuigen, oproepen, waarschuwen, verheerlijken
of verguizen. Dat alles in een vaak vermakelijk jasje.
De vervaardigers probeerden met allerlei presentatie
vormen de aandacht te trekken en hun boodschap zo
doeltreffend mogelijk over te brengen. Dat resulteerde
in een gevarieerd palet aan genres: brieven, verhan
delingen, redevoeringen, lijsten, verhalen, verslagen,
gedichten, testamenten, (levens)beschrijvingen,
toneelstukken, liederen en samenspraken. Dat is
goed te zien in de Zeeuwse pamfletcatalogus, waarin
naast landelijke pamfletten, ook Zeeuwse zitten.
Het Vlissinger Praatje (1653) bevat bijvoorbeeld een
gesprek tussen een Zeeuw en een Engelsman over
de Engels-Nederlandse oorlog. In Brief van een Zeeuw
(1771) schrijft een Zeeuw aan een vriend over de vaart
op een verre kolonie en het Journael Van de Politike
Scherminkeldans En Boere Furie (1673) bevat gedichten
vol spot en satire over de tumultueuze afzetting van
stadsbestuurders. Zeer lokaal is de Zeeusche Buyse
(1648) over het fort bij Sluijs. Dat het lezerspubliek
op allerlei manieren werd gemanipuleerd blijkt wel
uit drie schijnbaar Zeeuwse pamfletten uit 1653-1654.
Op het eerste gezicht doen ze Zeeuws aan: twee
samenspraken tussen een Zeeuw en een Hollander
Zeeuwse Ratel, De oog-geopende Zeeuw) en het gedicht
Zeeusche Ratel-waght. Maar in werkelijkheid waren
deze pamfletten vanuit Holland verspreid om de
Zeeuwen van het Hollandse gelijk te overtuigen.
De rijke Zeeuwse pamfletcollectie illustreert dat in
pamfletten evenals in de moderne media alle moge
lijke middelen werden ingezet om het publiek te
beïnvloeden en te vermaken.
Clazina Dingemanse
53 Zeeuws Tijdschrift 2009 5-6