Museum Kunst der Westküste
Vanuit eenzelfde verbondenheid met de Friese cul
tuur en het eiland Föhr als zijn vader begon Frederik
Paulsen jr. omstreeks 2000 kunst te verzamelen.
Hij richtte zich vooral op marines, stukken die te
maken hebben met de Noordzeekust, van Zweden,
Noorwegen, Denemarken en Duitsland tot aan
Nederland en België toe. Met Faltings als waarnemer
en onder meer Ulrich Schulte-Wülwer, de toenma
lige directeur van het museum in Flensburg, en de
Nederlandse kunstverzamelaar Renée Smithuis als
adviseurs en aankopers, bouwde hij vanuit zijn vaste
woonplaats Parijs een collectie op die nu ongeveer
480 schilderijen, aquarellen en grafiek uit de periode
1830-1930 omvat.
Deze collectie vormt de basis van het Museum
Kunst der Westküste (MKDW), dat vlak naast het
gebouw van de Ferring Stichting in Alkersum is neer
gezet. Paulsen schonk niet alleen zijn verzameling
maar ook het nieuwe museumcomplex aan de open
baarheid.
De architecten Gregor en Brigitte Sunder-
Plassmann zijn erin geslaagd de traditionele Friese
aspecten van het dorp Alkersum harmonieus te laten
samengaan met aan de eisen van de moderne tijd
verbonden opvattingen. Het museum past in het
dromerige dorpslandschap en nodigt tegelijkertijd uit
er binnen te treden. De laagdrempeligheid wordt ver
sterkt door Grethjens Gasthof, dat het middelpunt van
het complex vormt. Destijds was het een hotelletje, nu
is het Scandinavische herenhuis geheel herbouwd en
doet het dienst als café en restaurant. Aan één zijde
geeft het toegang tot de museumwinkel, anderzijds
sluit het aan op een idyllische museumtuin.
Verdeeld over vijf zalen, in bouw variërend van
een voormalige Friese schuur met rieten dak tot een
herbouwde 'Stube' en verbonden door moderne door
gangen, staat het museum een tentoonstellingsruimte
van 900 m2 ter beschikking. De totale kosten bedroe
gen ruim 13 miljoen euro, waarvan de deelstaat Slees-
wijlc-Holstein ongeveer 2,7 miljoen voor zijn rekening
nam en Det Paulsen Legaat gemeinnützige GmbH, de
voor het museum opgerichte BV, de rest.
31 juli 2009
Op de dag dat Paulsen sr. honderd jaar zou zijn
geworden, had de opening plaats. Zo'n 500 officiële
gasten uit Scandinavië, Duitsland en Nederland verza
melden zich 's ochtends voor een daglang programma
in de zonovergoten tuin van de Ferring Stiftung. De
pers was volop aanwezig en in een relaxte sfeer waar
bij toespraken, hapjes en drankjes elkaar afwisselden,
werden vele contacten gelegd.
Zowel Volkert Faltings als de minister-president
van Sleeswijk-Holstein, Peter Harry Carstensen, loof
de de Paulsens. Met het museum en de belangrijkste
doelstelling ervan, 'Kunst zu sammeln, zu erforschen
und zu vermitteln', eert de zoon zijn vader, aldus de
sprekers, en geeft hij velen de kans een belangrijk
stuk Europees erfgoed te leren kennen.
De Nederlandse consul Peter Paul van Wulfften
Palthe legde de nadruk op een tweede doelstelling van
het museum, het organiseren van wisseltentoonstel
lingen in samenwerking met nationale en internatio
nale partners, en sprak de hoop uit dat Nederlandse
musea daarin een belangrijke rol zullen spelen.
Thorsten Sadowsky, de directeur van het museum
complex, onderstreepte op zijn beurt de cultuurtoeris-
tische betekenis van het museum. Föhr is een geliefd
vakantieoord en wordt nu ook cultureel op de kaart
gezet. Vanuit de traditie moet er een wisselwerking
met de moderne kunst ontstaan.
Een door Paulsen aangeboden dorpsfeest liet aan
het eind van de middag ook de dorpelingen en toe
risten in de feestvreugde delen. Een deel van de hoge
gasten werd intussen door Sadowsky door de ope
ningstentoonstelling rondgeleid.
Von Bergen bis Bergen
Tot 14 januari 2010 is de tentoonstelling Von Bergen
bis Bergen in het MKDW te zien. Ruim 250 schilde
rijen uit de collectie laten taferelen van het leven op
zee en aan de kusten van Bergen in Noorwegen tot
Bergen in Nederland zien. Het accent ligt op de peri
ode waarin de kunstenaars de academie achter zich
lieten om in de vrije natuur te tekenen en te schil
deren. Nederland is onder meer vertegenwoordigd
met de romanticus Andreas Schelfhout, de Haagse
School-schilders Jozef Israels, H.W. Mesdag en
B.J. Blommers, de voorloper van het impressionisme,
J.B. Jongkind en de Hollandse impressionist Isaac
Israëls. De werken in de eerste en grootste zaal bie
den een overzicht. Ondanks de negentiende-eeuwse
hangwijze is Sadowsky erin geslaagd een harmo
nieus geheel te maken van de enorme hoeveelheid
stukken die - rijp en soms groen, beschouwend en
75 Zeeuws Tijdschrift 2009 5-6