het werk van Franse priesters als Hippolyte Gayraud, Paul-Antoine Naudet en Jules-Auguste Lemire, die vonden dat de katholieke kerk zich met de moder niteit moest verzoenen, de democratie en scheiding tussen kerk en staat moest omarmen, clericalisme moest afwijzen én zich moest inzetten voor sociale hervormingen. De abbés leerden Van Dalsum dat er geen principiële tegenstelling was tussen de beginse len van de Franse Revolutie en die van het evangelie. Deze nogal brandbare materie publiceerde hij in een brochure uit 1912, die een jaar later op de Index van verboden boeken prijkte. Ook na zijn Vaticaanse veroordeling bleef de geëx communiceerde Van Dalsum een geëngageerd katho liek. Weliswaar - en dat is een van de weinige door De Kort beschreven zaken die de lezer wél nader brengt tot het karakter Van Dalsum - verandert zijn gods beeld aanzienlijk. Door alle tegenwerking, tegensla gen en gebrek aan steun uit de groepen wier heil hij altijd had bevochten, wordt dit een stuk grimmiger. Het beeld van God als Vader bij Wie men thuiskomt werd vervangen door dat van God als oordelende rech ter, tegenslagen uitdelend om de mens te kastijden en te vormen - een beeld, kortom, dat eerder streng reformatorisch aandoet dan katholiek. Het behoud van de schelpdiersector Paul de Schipper, De slag om de Oosterschelde. Amsterdam/Antwerpen: Atlas, 2008. ISBN 9789045000480, 24,80. Art de Vos, Rinus Antonisse, 200 jaar Wilhelminapolder. Waar eens vloed en ebbe viel. Schiedam: Scriptum Publishers, 2009. ISBN 978 90 5594 660 o, 24,85. Hans Geluk e.a. (eindred.), VIP 30: dertig innova tieprojecten voor een duurzame visketen. Den Haag: Visserij Innovatieplatform, 2009. Geen ISBN, gratis aan te vragen bij www.visserijinnovatieplatform.nl. 'Bij ons kwam het oude geuzenbloed boven en daar schrokken ze van,' zegt oud-Oosterscheldeactievoerder Rinus Harthoorn in De slag om de Oosterschelde en daarmee vertolkt hij prima de jongensboekentoon die overheerst in dit heel dikke boek (496 blz.van Paul de Schipper, journalist én voormalig betrokkene bij de roemruchte, ongrijpbare en toch zo alom aanwezige 'Aktiegroep Oosterschelde Open' (AOO). De Schipper wil het verhaal vertellen van de gewone mensen in en rond deze beweging; mensen die vonden dat de Oosterschelde geen brakke zoetwaterpoel mocht wor den. Het na de Februariramp van 1953 geconcipieerde Deltaplan voorzag óók in volledige afsluiting van de Oosterschelde, die van levensbelang was voor de in Yerseke gecentreerde schelpdiersector. Op de valreep werd het besluit teruggedraaid: de dichte dam werd een spectaculaire stormvloedkering met beweegbare schuiven, de Oosterschelde bleef - althans min of meer - open. Niet dankzij Rijkswaterstaat, hamert De Schipper er bij zijn lezers in, niet dankzij politiek, bestuurders of officiële milieubeweging. En ook niet door het in beweging komen van de Yerselcse mos selvissers (op enkelen na). Maar dankzij een groepje jongeren dat in verzet kwam en zich gaandeweg gesteund zag door oudere Zeeuwen en enkele mede standers uit de sector zelf. De creatieve en gedurfde manieren van actievoeren van de AOO trokken lan delijke aandacht en leverden sympathie en politieke steun op. Ondanks hardnekkige tegenwerking van officiële instanties - en, zo laat BN/De Stem-journalist De Schipper niet na steeds te benadrukken, de PZC - gebeurde het onvoorstelbare: in 1974 nam het kabi net-Den Uyl de historische kantjeboord-beslissing om het getij en het zoute karakter van de Oosterschelde te behouden door de creatie van een unieke storm vloedkering. Die klinkende overwinning, gevolg van het uiteindelijke verbond tussen schelpdiersector en milieubeweging, vormt wel een heel scherp contrast met de huidige situatie, die op zijn minst als koude- oorlogstoestand kan worden gekarakteriseerd. Leus van de AOO aan het haventje van Kattendijke (foto uit het besproken boek). 89 Zeeuws Ti|dschrift 2009 j 5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2009 | | pagina 89