ft;'
p? klïku
serij Innovatieplatform (VIP). Zeeuwse, zeg maar
Yersekse, VIP-proefprojecten vinden we in de laatste
afdeling 'Schaal- en schelpdieren' van het boekje,
namelijk 'Duurzame binnendijlcse schelpdierkweek'
(Prins Dingemanse), 'Duurzame binnendijlcse
kweek van kokkels' (Roem van Yerseke) en 'Bonamia-
vrije oesterteelt'. Speciale financiële ondersteuning
van LNV krijgen zeven visserijprojecten die bijdragen
aan vernieuwing, verduurzaming en afzetontwikke-
ling. Voor Zeeland is van belang het project 'Duur
zame opslagfaciliteit voor schelpdieren', waarmee
men het product ook buiten de traditionele periode
beschikbaar wil houden.
Sinds de strijd om de open Oosterschelde zijn
de schaal- en schelpdiersector en de inmiddels sterk
geïnstitutionaliseerde milieubeweging sterk uit elkaar
gegroeid. Maar de 'droge' en 'natte' agrarische sector
groeien anderzijds verder naar elkaar toe in Zeeland.
Als durf en visie zich weten te ontworstelen aan de
bureaucratische en institutionele stroop kan dat nog
mooie ontwikkelingen te zien geven.
Groen én groei?
Kees Bos (red.), ZL Zeelandboek 12. Middelburg:
Stichting Zeelandboek, 2008. ISBN 978 90 77525 17 3,
22,50.
m
Kees Bos, jan Willem Bosch m.m.v. Gerrie Andela,
V Jan van Mouriic, Jan Zwemer, Landschapsatlas van
ïV Walcheren. Inspirerende sporen van tijd (Koudekerke: Bosch
jfe-y.
it Böttcher, 2008). ISBN 978 90 77525 159, 69,50.
«K
4 ZL 12, naar verluidt het laatste Zeelandboek onder
redactie van oprichter Kees Bos, meldt in het ope
ningsartikel van diezelfde Kees Bos dat 'Toekomst
voor Seaports is toekomst voor Zeeland'. De bloeiperi
oden in de Zeeuwse geschiedenis, aldus de openings
zin, werden al sinds de late middeleeuwen vooral
bepaald door de goede maritieme ligging. Volgens
Dick Engelhardt, hoofd Infrastructuur en Ruimte bij
Zeeland Seaports, betekent het benutten van die nog
altijd excellente, directe ligging aan diep vaarwater
dat Zeeland vandaag de dag vooral moet inzetten op
logistiek. De verbindingen van deep sea-, short sea- en
overlandvervoer moeten goed, open en snel zijn. Als
een kloppend hart met 'goed gedotterde aorta's' - een
variatie op de metafoor die de Italiaan Edmondo de
Amicis al gebruikte in zijn bestseller Olanda naar
aanleiding van zijn Nederlandse reis in 1873/74: 'De
kanalen zijn de aderen van Nederland en het water
is zijn bloed.' Kees Bos, met in het achterhoofd de
mislukking van de negentiende-eeuwse mainport
Vlissingen, vindt het niet genoeg. Groeikracht als
combinatie van ondernemerschap en bestuurskracht
vindt hij een noodzakelijke voorwaarde. In de late
negentiende eeuw ontbrak het aan bestuurlijke visie:
Vlissingen kwijnde, Rotterdam - waar die visie wel
was - kon uitgroeien tot de grootste haven ter wereld.
Maar hoe zit het met de huidige belangentegenstelling
tussen enerzijds haven en industrie en anderzijds de
veelbezongen groenblauwe oase? Sleutelwoord is hier
het genereren van toegevoegde waarde, zegt Bos. Een
bloeiende haven schept middelen en ruimte om juist
te investeren in die groenblauwe ruimte. Synergie in
plaats van botsende belangen; Bos verwijst naar zijn
eigen, kort tevoren verschenen Landschapsatlas van
Walcheren voor een effectieve receptuur: in de daar
geschetste toekomstvisie wordt zelfs voorzien in een
transformatie van de Quarles- en de Jacobapolder tot
logistiek zeehavengebied: 'Daarbij is er een expliciete
koppeling gelegd tussen landschapsontwikkeling
enerzijds en investeringen anderzijds'. Het gaat om
de 'Kansen voor de zeehavenontwikkeling' (pag. 379)
in de atlas, waarin wordt gesteld dat het (historische)
eilandkarakter van Walcheren kan worden versterkt
door ontwikkeling van een groot zeehavengebied tot
aan de Sloedam, die behalve het herstel van deze
historische waarde (en van de stokoude overslagfunc
tie!) in een sinds eeuwen aan enorme veranderingen
onderhevig gebied, een substantiële uitbreiding van
de havens van Vlissingen-Oost behelst. De 'zeehaven-
kaart' is inderdaad dé troef van onze gewestelijke eco
nomische ontwikkeling, maar het is zeer de vraag of
91 Zeeuws Tijdschrift 2009 I 5-6