y ik&v - Baecke: 'Op i februari 1996 kwamen Gedepu teerde Staten met het plan om te ontpolderen, inge geven door de wens van Antwerpen voor een tweede verdieping van de Westerschelde. Die verdieping zou, zeiden ze, natuurschade veroorzaken in de Wester schelde. En die schade moest gecompenseerd worden door ontpoldering. Rijkswaterstaat wees bij dertien gemeenten langs de Schelde een polder aan die daar voor in aanmerking zou kunnen komen. Naar aan leiding daarvan organiseerden Rijkswaterstaat en de provincie dertien hoorzittingen om uit te leggen wat ontpolderen eigenlijk inhield. De eerste hoorzitting was in Sluiskil en werd voor gezeten door gedeputeerde G. van Zwieten (VVD). Hij begon letterlijk met de volgende woorden: "We gaan nu iets bijzonders doen in Zeeland. We gaan dijken doorsteken. We gaan polders onder water zet ten, dat is goed voor de natuur. Maar u zult begrijpen dat we voor dit project draagvlak nodig hebben." De toon was goed gezet. De mensen waren heel boos en emotioneel. En vanaf het begin werd de herinnering aan de Watersnoodramp van 1953 erbij betrokken. Je hebt hier met mensen te doen die toen dagen op het dak van hun huis hebben gezeten. Ze zagen het uit geloofsovertuiging als een straf van God. Maar dat mensen zelf dijken gingen doorsteken, hun land onder water gingen zetten, dat was ongehoord. De zorg voor stevige dijken zit in de genen van de Zeeu wen. Ze wonen onder de zeespiegel en hun bestaan hangt dus af van stevige dijken. Ander punt was dat het bij de tweede verdieping, waarbij wrakken uit de Tweede Wereldoorlog uit de Schelde werden verwij derd, best meeviel met die natuurschade. Dat bleek uit een studie. Bij de tweede hoorzitting was de mensenmassa nog groter. Deze keer voorgezeten door Wim van Gel der (oud-Commissaris van de Koningin in Zeeland). Hij maakte toen een grote vergissing door de hoor zitting te openen met de woorden: "Ach wat maakt dat nou uit zo'n poldertje met twee boeren en een paardenkop." Het huis was weer te klein en door alle media-aandacht stond Zeeland echt op z'n kop. Minis ter A. Jorritsma van Verkeer en Waterstaat besloot daarop een commissie van wijzen te benoemen. Die kwam tot de conclusie dat ontpolderen geen optie was. Het adviseerde de vervuilde onderwaterbodem in de kreken te saneren en de natuur te herstellen. Op aandringen van de natuur- en milieubeweging 14 Zeeuws Tijdschrift 2010 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2010 | | pagina 14