jfefc -JÖfr
'De intreede der engelschen in Middelburg, in oogstmaand 1809.'
schurk die gestraft moest worden, gaf vervolgens zijn
paard de sporen en liet Schorer onthutst achter.10
De grootste verliezer was echter Lodewijk Napo
leon. Op 28 december 1809 besloot Napoleon Wal
cheren te annexeren. Enkele maanden later volgde het
zuidelijk deel van het Koninkrijk Holland en op 9 juli
181 o werd het hele land een provincie van Frankrijk.
Napoleon zette zijn broer af omdat de Britse expedi
tie had bewezen dat Lodewijk niet in staat was zijn
koninkrijk te verdedigen.
Ten slotte moest Monnet het ontgelden. Een Fran
se militaire onderzoekscommissie concludeerde op 7
december 1809 dat de Franse garnizoenscommandant
schuldig was aan lafheid en verraad. Na zijn terugkeer
uit Britse gevangenschap in mei 1814 werd Monnet
echter door de nieuwe Franse koning Lodewijk XVIII
gerehabiliteerd. Hij werd weer als generaal in actieve
dienst aangenomen en kreeg een barontitel. Terugkij
kend lijkt zijn overgave van Vlissingen op 15 augustus
1809 gerechtvaardigd. De verouderde vestingwerken
van de stad en de zwakke verdediging waren op geen
enkele wijze tegen de Britse overmacht opgewassen.
Het moreel van de bevolking en van het garnizoen
was door het bombardement gebroken. Bovendien
hadden de troepen van Monnet wel degelijk hun werk
gedaan. De twee weken vertraging, die de verovering
van Vlissingen voor de Britse opmars betekende, was
voldoende om het hele Britse operatieplan in het hon
derd te laten lopen. Een succesvolle aanval op Antwer
pen was daarna niet meer mogelijk.
In het Verenigd Koninkrijk speelde het falen
van de Westerschelde-expeditie een grote rol bij het
ontslag van vier ministers, waaronder de premier.
Het grootste publieke schandaal vond echter op 21
september 1809 plaats, toen de Britse minister van
Oorlog Casterlereagh de minister van Buitenlandse
Zaken Canning in een duel verwondde. De twee kabi
netsleden hadden onenigheid, omdat Casterlereagh
troepen naar Zeeland had gestuurd die Canning voor
Portugal had beloofd. De ruzie escaleerde zodanig,
dat Casterlereagh zijn collega tot een duel uitdaagde,
terwijl hij wist dat Canning nog nooit een pistool had
afgevuurd. Beide ministers moesten als gevolg van
het duel het veld ruimen, maar zowel Casterlereagh
als Canning zou enkele jaren later weer tot een Brits
kabinet toetreden. Nadat de laatste troepen uit Zee
land waren teruggekeerd, besloot het Britse parlement
zelfs een enquête over de expeditie te houden. De
commissie concludeerde dat de operatie slecht was
voorbereid en dat de samenwerking tussen leger en
vloot niet goed was verlopen, maar dat niemand voor
het falen verantwoordelijk kon worden gesteld.
Zo eindigde de Westerschelde-expeditie met alleen
maar verliezers. Omdat geen van de partijen de behoef
te had om monumenten op te richten of herdenkingen
te houden, werd de veldtocht snel weer vergeten.
Noten
1. W. de Bruine, De landing der Engelsen in Zeeland: het drama
van 1809, in Zeeuws Tijdschrift 3 (1959) 54.
2. J.C.C. Tonnet, De landing in Zeeland in 1809, in Militaire
Spectator (1909 en 1910) 578-581; G.C. Bond, The grand expedi
tion, The University of Georgia Press, Athens 1979, 25-27, 53.
3. A.A. Fokker, Bijdragen tot de behandeling der zogenaamde
Zeeuwsche koorts, Middelburg 1857, 22; M.R. Howard, 'Walcheren
1809. Een medische catastrofe', in De Wetej (2000) 11-17.
4. W. Stein, Walcheren in geographischer, statistischer und militd-
rischer Hinsicht betrachtet, Leipzig 1810, ii, 19, 79, 83; Registre
des morts 1808-1809, Zeeuws Archief (ZA), Militaire Hospitalen
Middelburg en Veere 477.
5. De Gay, Mémoire historique et militaire sur l'expédition
Anglaise de 1809 dans l'isle de Walcheren et plus particu-
lièrement sur le siège de Flessingue, 30-11-1819, 7, Gemeente
Archief Vlissingen (GAV), collectie Monnet; T. van Gent, Engelse
invasie van Walcheren, Amsterdam 2001, 20-24; T. Fleischman,
L'expédition Anglaise sur le Continent en i8og (z.p. 1973) 40.
6. Relatieven en verbalen, 15-8-1809, Nationaal Archief (NA), Oorlog
1813, 2.01.14.02,1127; Verbalen 29-07-1809, ZA, Gewestelijke Besturen,
Archief Landdorst, J. Bosscha, Nederland's heldendaden te land. Van de
vroegste tijden of tot op onze dagen III, Rotterdam 1873,199.
7. Bogaert z.d., NA, Geniearchief (4.OMM), V73; Notulen raad
van Veere, 31-09-1809, Stadarchief Veere, ZA; Anonymous,
Letters from Flushing: containing an account of the expedition to
Walcheren, Beveland, and the mouth of the Scheldt, under the com
mand of the Earl of Chatham, London 1809, 31-32.
8. J. van Dykshoorn, De Landing der Engelschen in Zeeland,
Vlissingen 1809, 74-79.
9. Napoleon, 15666,16-08-1809, :5707> 24-08-1809,15714, 26-08-
1809,15718, 27-08-1809,15734, 02-09-1809,15787,11-09-1809,
Correspondance de Napoleon I, tome XIX, Parijs 1858-1870; J.G. Kerk
hoven, De Engelse inval in Zeeland in 1809, in Armentaria 7 (1972) 21.
10. J. de Kanter, De Franschen in Walcheren, Middelburg 1814,10-12;
Schorer, 30-07-1809, in: 'Dagboek van Jacob Hendrik Schorer, 9
mei 1810', in Archief van het Zeeuwsch Koninklijk Genootschap der
Wetenschappen, Middelburg 1963,119-121.
37 Zeeuws Tijdschrift 2010 1-2