in the day, when he should have been up and doing.
There is no doubt he might have filled some other
situation with honour, but he was far from being
competent to such an undertaking. Had he had the
slightest knowledge of warfare he would have acted very
differently. Instead of drawing the French into Flush
ing he would have pushed on and taken possession of
the different roads leading into the garrison, and by so
doing would have prevented those in the interior from
reinforcing it, and oblige them to surrender. It is more
than likely thus circumstanced that Flushing would not
have stood one day's siege. But it was a mismanaged
job altogether and, as is generally the case when fail
ure takes place, blame is attached to every subordinate
while the responsible person, being of rank, must by all
means be exonerated.'
Het plan werd nu, om circa 15.000 man op Wal
cheren achter te laten en het eiland te versterken, om
zo de Westerschelde af te sluiten. Hierdoor zouden de
Franse schepen bij Antwerpen worden ingesloten en
zou dit gevaar worden geneutraliseerd.
Het mocht niet zo zijn. De Britse soldaten begon
nen te bezwijken aan de zogenoemde 'Zeeuwse koort
sen'. De ziekte moet vrij plotseling hebben toegesla
gen; Chatham verklaarde later dat voor 20 augustus
het leger 'very healthy' was. Op 13 september waren er
8.315 zieken en de situatie verslechterde met de dag.
Uiteindelijk zijn zeker 18.000 van de 44.000 man
(40 procent) ziek geworden. Begin 1810 waren 60
officieren en 3.900 manschappen bezweken, terwijl
eind 1810 nog steeds 11.000 man ziek waren.
Het was bekend dat de koortsen met het water te
maken hadden. Walcheren en Zuid-Beveland beschik
ten niet over natuurlijke bronnen. Voor drinkwater
gebruikte men regenwater, maar daar kon niet ieder
een even goed tegen. De sloten en vaarten stonken en
zaten vol uitwerpselen en ongedierte. Besmettelijke
darmziektes als dysenterie, tyfus en paratyfus, waarte
gen de Zeeuwen immuniteit hadden opgebouwd, wer
den verspreid door vliegen. Vlektyfus op haar beurt
werd verspreid door de klerenluis. De inundatie rond
Vlissingen, waarvan het water nog weken staan bleef,
zal verspreiding van ziektekiemen hebben bevorderd.
In de loop van december 1809 vernietigden Britse
genisten de haveninstallaties van Vlissingen. Op
23 december verlieten de laatste Britse troepen het
eiland, waarbij achttien kanonneerboten en vier brik
ken de aftocht dekten.
Tegenwind
Hoe moeten we nu de Britse expeditie naar de
Schelde van 1809 waarderen? Dat wil ik tactisch
operationeel, strategisch en politiek doen. Tactisch
operationeel is de expeditie naar de Schelde mislukt.
Alleen de installaties in Vlissingen zijn vernietigd. De
overige doelstellingen, zoals de vernietiging van de
Franse vloot en de haveninstallaties van Antwerpen,
zijn niet bereikt. Opperbevelhebber Chatham en
admiraal Strachan, bevelhebber van de vloot, achtten
zich beiden niet verantwoordelijk voor het tactisch
mislukken van de expeditie, maar wezen hiervoor
naar elkaar. Volgens Chatham waren de vertragingen
de schuld van de Royal Navy. De schepen arriveerden
veel te laat bij fort Bath. Strachan verdedigde zich
door op de slechte weersomstandigheden te wijzen,
waardoor de vloot gehinderd werd om de rivier op te
varen. Daarbij was hij ervan overtuigd dat Antwerpen
wel zou zijn bereikt als Chatham veel meer troepen
naar Zuid-Beveland had gedirigeerd en niet alle aan
dacht op Vlissingen had gericht.
Uit de apologieën van beide heren blijkt een diep
geworteld onbegrip voor de problemen van de ander.
Chatham bagatelliseerde de problemen waarmee de
marine te kampen had: tij, storm en tegenwind en
onbekend, ondiep en bochtig vaarwater. Strachan op
zijn beurt doorzag niet de consequenties van het ver
plaatsen van de landingsplaats van Zoutelande naar
Breezand, waardoor het beleg van Vlissingen veel
langer ging duren, omdat het belegeringsmaterieel
nu vanaf de andere kant van Walcheren aangevoerd
moest worden.
Politiek-strategisch was de uitkomst van de expe
ditie minder dramatisch. Secretary for war Liverpool
meende dat de expeditie naar de Schelde als diversion
bondgenoot Oostenrijk tot steun is geweest. Onder
zware publieke druk volgde begin 1810 een parlemen
taire enquête om de onderste steen boven te krijgen.
Na twee maanden onderzoek en verhoren kwamen
vier moties in het parlement in stemming: die van de
oppositie werden verworpen, die van de regering aan
genomen. Hiermee kwam een eind aan het onderzoek
naar de expeditie naar de Schelde van 1809, waarbij
noch het kabinet, noch de marine, noch de bevelheb
bers verantwoordelijk werden gehouden voor de tac
tische mislukking. Het zal wel aan het weer hebben
gelegen. Zowel de Royal Navy als de Fransen in Vlis
singen hadden last van de oostenwinden.
46 Zeeuws Tijdschrift 2010 1-2