Sint Amands aan de Schelde.
Het Schelde Informatiecentrum bestaat sinds
1994. 'Het is ontstaan als Nederlandse organisa
tie', vertelt medewerker communicatie en projecten
Jolanda Duinkerke. 'Dat is gebeurd op initiatief van
het Bestuurlijk Overleg Westerschelde, een samen
werking van provincie Zeeland, Rijkswaterstaat,
Westerscheldegemeenten en de waterschappen. Het
Bestuurlijk Overleg wilde door goede informatievoor
ziening draagvlak creëren voor allerlei plannen die te
maken hadden met de Westerschelde. Daarom is het
Schelde Informatiecentrum in het leven geroepen. In
eerste instantie ging het alleen om het op de hoogte
houden van de ambtenaren, maar al snel verbreedde
de doelgroep zich tot de hele bevolking.'
Vlaams/Zeeuwse samenwerking
Omdat veel plannen grensoverschrijdend zijn - denk
aan de uitdieping van de vaargeul - ontstond al snel
de behoefte tot een Vlaams/Nederlandse samenwer
king. Die ontstond in 1996. In dat jaar verscheen de
eerste Schelde Nieuwsbrief, tevens het eerste Vlaams/
Nederlandse product van het SIC.
Overigens kwamen de contacten in Vlaanderen
pas echt goed van de grond met de komst in 2003
van een Vlaamse vestiging, in Oostende, naast de
Zeeuwse vestiging in Middelburg. 'Dat heeft het
Schelde Informatiecentrum erg geholpen. Voor die
tijd werden we in Vlaanderen nog te veel gezien als
een Nederlandse organisatie, hoewel het SIC met
nieuwsbrief en website al jaren over het hele estua
rium communiceerde', zegt Duinkerke. 'Er zijn toch
cultuurverschillen aan beide zijden van de grens. Het
is prettig om in beide landen medewerkers te heb
ben die weten hoe iets werkt. Iemand die jouw taal
spreekt, letterlijk en figuurlijk. Dankzij de Vlaamse
medewerkers zijn de contacten met de verschillende
Vlaamse organisaties veel beter geworden. Doordat we
in zowel Zeeland als Vlaanderen een netwerk hebben
kunnen opbouwen, blijven we goed op de hoogte van
wat er speelt.'
Bedenkingen
De cultuurverschillen tussen Vlaanderen en
Nederland kwamen natuurlijk ook tussen de eigen
SIC-medewerkers aan de oppervlakte. Duinkerke: 'We
hebben onderling altijd heel goed kunnen samenwer
ken, maar vooral in het begin begrepen we elkaar wel
eens niet goed. Een misverstand kwam vaak pas later
naar boven, wat achteraf extra werk en enige frustratie
veroorzaakte. Zo ontstond wel eens spraakverwarring
doordat van Nederlandse zijde een Vlaams begrip
onjuist werd geïnterpreteerd of omgekeerd. Mijn
Vlaamse collega wilde eens een overleg plannen in de
'namiddag' met een Nederlander, maar die laatste gaf
aan dat hij enkel in de middag kon. Beiden bedoelden
hetzelfde, maar de Nederlander interpreteerde namid
dag als bijna avond, terwijl mijn Vlaamse collega mid
dag interpreteerde als tijdens de lunchpauze.'
De laatste jaren doen die misverstanden zich
eigenlijk niet meer voor. Duinkerke: 'We zijn erop
gespitst en wijzen elkaar erop als een van ons een spe
cifiek Vlaamse of Nederlandse uitdrukking gebruikt.
48 Zeeuws Tijdschrift 2010 1-2