WESTERSCHELDE IN HET ZT
door MARCEL MIGO
De Schelde stroomt door alle jaargangen van het
Zeeuws Tijdschrift. In de woorden van oud-senator en
ZT-coryfee M.C. Verburg: Zeeland is een geschenk
van de delta. Logisch dat we de rivier/zeearm steeds
weer tegenkomen. In vroege verhandelingen over
vaste oeververbindingen - al beginnend in de jaren
vijftig - tot stoute plannen om de Westerschelde
opnieuw en voorgoed af te sluiten.
In de jaren na de Ramp verschenen talloze arti
kelen (alleen al in de periode 1955-1960 26) over
het Deltaplan. Eigenlijk over verscheidene vormen
en nadere invullingen van het Deltaplan. Ze hadden
hoofdzakelijk betrekking op de noordelijker wateren
van de provincie, maar nu en dan kwamen ook de
kansen en bedreigingen van de Westerschelde voor
bij. Daarbij werden allerlei scenario's besproken,
waaronder een afsluiting van de Westerschelde. Dr.ir.
P. Mesu schrijft in zijn artikel 'Voor- en nadelen van
afsluiting der Westerschelde' (ZT 8 (1958) 1): 'Het ver
dient aanbeveling na te gaan of de belangen van Neder
land en België niet kunnen worden gecoördineerd door te
onderzoeken de mogelijkheid en wenselijkheid van afslui
ting van de Westerschelde zover mogelijk westwaarts, nl.
bij de mond, dus tussen Vlissingen en Breskens, met een
dam, voorzien van scheepvaart- en spuisluizen.'
Vriendelijker verbindingen die bovendien de infra
structuur ten goede zouden komen passeren de revue
in 'Tunnels en Hangbruggen. Mogelijkheden voor een
vaste oeververbinding met Zeeuwsch-Vlaanderen?'
geschreven door ir. H. Visser (ZT 7 (1957) 3). 'Bij de
brug is over de voornaamste vaargeul aan de Ter-
neuzense kant een vrije hoogte aangenomen van 70 m
en is de rijvloerhoogte gemakshalve ook gesteld op 70 m.
De rest van de overbrugging kan bijvoorbeeld bestaan uit
vakwerkbruggen in de trant van de Moerdijkbrug, die ook
de geul aan de overzijde overspannen. Hier is een vrije
hoogte van 35 m genomen.' Het grillige karakter van het
water vormt volgens de auteur de belangrijkste reden
waarom het bouwen van een brug een moeilijk te rea
liseren project zou worden.
Opmerkelijk aan het tijdvak van de ontwikkeling
en realisatie van het deltaplan - en de verkenningen
van mogelijke nieuwe infrastructurele werken - is dat
nauwelijks is stilgestaan bij de uiteindelijke voltooi
ing van de werken. Zelfs de voltooiing van de Storm
vloedkering krijgt pas n jaar later in het artikel 'Alles
stroomt op Neeltje Jans' van Peter van Houte, een arti
kel gewijd aan Waterland Neeltje Jans, de aandacht.
Het fraaie Westerscheldetunnelnummer uit 2003
- in een zeer grote oplage verschenen tijdens de ope
ning van de tunnel - vormde in zekere zin het voor
lopige sluitstuk van een serie artikelen over nieuwe
verbindingen tussen Zuid- en Midden-Zeeland. Een
serie die bijna een halve eeuw in beslag nam en tus
senpozen kende van soms wel twintig jaar.
Kaloot en Hedwige
Betwiste gebieden als De Kaloot (de beoogde plek voor
de Westerschelde Container Terminal) en de Hertogin
Hedwigepolder (beroemd en berucht omdat dit gebied
waarschijnlijk ontpolderd zal worden) werden ver
voordat sprake was van controverse al besproken in
het Zeeuws Tijdschrift. Als waardevolle landschappen,
verheerlijkt en bezongen door de auteurs. De slot
woorden van een artikel over de ontstaansgeschiede
nis van de Hedwigepolder (ZT 38 (1988) 5) luiden: 'De
hoge dijken bieden thans fraaie uitzichten. Mogen zij tot
in lengte van jaren - voor altijd kan een mens niet zeggen
- dit gebied beschermen.'
In het artikel ligt de nadruk vooral op de woelige
56 Zeeuws Tijdschrift 2010 1-2