NIEMAND AAN HET STUUR
door ANDRÉ VAN DER VEEKE
'Het is crisis. Wie er het laatst bij kwam vliegt er het
eerst uit. Kreeg je vroeger na een proefperiode van
een jaar een vast contract aangeboden, nu kun je
slechts een nieuw jaarcontract of minder verwach
ten. Bedrijven maken van de gelegenheid gebruik
om reorganisaties door te drukken en lonen te mati
gen. Straks moet je nog betalen om aan het werk te
mogen.'
Dit schreef ik een halfjaar voor het uitbreken van de
crisis in een themanummer Romeins Erfgoed (2008)
van dit blad: 'Is het wellicht een historische wetma
tigheid dat ieder groot rijk op den duur onder eigen
gewicht bezwijkt? Onwillekeurig denk ik bij zo'n
vraag aan de Amerikaanse Romeinen. De VS kunnen
waarschijnlijk ook niet in alle eeuwigheid doorgaan
met het drukken van nieuwe dollars en de rest van de
wereld op laten draaien voor de tekorten op de beta
lingsbalans.'
Natuurlijk had ik geen notie van de capriolen van
de Amerikaanse banken in die tijd. Wel probeerde
ik regelmatig een verband te leggen tussen uiteenlo
pende verschijnselen als het financiële geweld van de
hedge-fondsen, de opgewonden fusiedwang, globali
sering, marktwerking. Meestal hield ik er een gevoel
van ontmoediging aan over. Al die mensen over de
hele wereld die maar sjouwen en ploeteren om het
beter te krijgen, voor zichzelf en voor hun kinderen.
Overgeleverd zijn ze aan de nukken van de kapitalis
tische markteconomie. Aan topmanagers die de ene
na andere overname of fusie regelen en na afloop hun
miljoenenpremies incasseren.
In Terneuzen vroeg de Rabobank me een gedicht te
schrijven vanwege de opening van een gerenoveerd
bankgebouw. Om gewetensbezwaren van mijn kant
voor te zijn besloot ik over de coöperatieve gedachte te
schrijven. Het werd het volgende gedicht.
Lied van de coöperatie
Niet alleen het zoete geld
uit de stad maar ook het andere
Het zoute van de dorpen kreeg
werk: leenbanken in huiskamers
Banken omgeven door stallen,
het levende krediet van augustus
(Dit is geschiedenis, de verre hand
die enkel naar ons zwaaien kan)
Oorsprong moet bestemming raken,
iedere ongrijpbare dag van de eeuw
Ook nu, gestoken in een maatpak
van marmer mag niemand de hoge C
Vergeten van Coöperatie, naast de
lage c van code in het getallenheelal
Geen slecht gedicht vind ik nog steeds. Ik kreeg er
natuurlijk geld voor, exact het bedrag dat ik vroeg. Wel
liet een vrouwelijke bankbediende me weten dat men
geschrokken was van de hoogte van het bedrag. Dat
bevestigde weer mijn vooroordeel dat alles geld mag
kosten, behalve mijn gedichten.
En dan te bedenken dat ik op die o zo feestelijke
middag van de opening ook nog eens boeren en mid
denstanders, cliënten en kader op humoristische
wijze toesprak. Terwijl de beeldende kunstenaar die
ook bij de opening betrokken was op zijn luie reet in
Frankrijk zat. Het door hem geleverde kunstwerk, een
willekeurige verzameling buizen, zag er zo desolaat
en anoniem uit dat iedereen het tot in lengte van
63 Zeeuws Tijdschrift 2010 1-2