r
Slagveld Scheldemonding
beschouwen, groepen Afgescheidenen onder leiding
van ds. Van Raalte bijvoorbeeld. Cultuurvernietigende
en conserverende projecten volgden elkaar zoals
elders in de wereld op: verdrijving, missionering
respectievelijk etnologische studie, documentatie en
collectievorming. Ook het Zeeuws Museum heeft
zoals bekend een kleine (uit Canada afkomstige)
Zwartvoetcollectie, bijeengebracht door Sprengen
Tenslotte is er de beeldvormende rol van populaire
fictie in Europa en Nederland. Hovens besluit zijn
artikel met de voltooiing van de transcontinentale
spoorweg en de rol daarvan in het ontluikend toeris
me én als deelroute van naar Nederland terugkerende
Indiëgangers: 'They were the first tourists to come into
contact with Navajos, Hopis, Zunis, Pueblos, Blackfoot,
and Sioux Indians, taking home photographs and arts
and crafts as mementos.' Indianenfictie en de verhalen
van repatrianten overhandigden het estafettestokje
van de indiaanse belangstellingssfeer en reislust aan
nieuwe generaties in Nederland, zodat Hovens er tot
besluit van zijn notenapparaat een nieuwe publicatie
over kon aankondigen, met de aardig gevonden titel
'Indian Detours: Wooden Shoes on the Moccasin
Trail'.
Ook jeugdschrijver Rob Ruggenberg, auteur van
twee Zeelandgerelateerde succestitels Het verraad van
Waterdunen en Slavenhaler liet zich door het Hudson-
jaar inspireren en schreef een opvallend grimmig
avonturenverhaal Manhatan over de Amsterdamse
jongen Peye, het Indiaanse meisje Waupatukway en
de zwarte slavenjongen Manuel Congo. De Neder
landers komen er niet goed af bij Ruggenberg en de
enige Zeeuwse referentie is Veere, genoemd als thuis
stad van Cornelius, één van die vrijwel zonder uitzon
dering gewetenloze Nederlanders.
De naam Waupatukway is ook 'echt'; Ruggenberg
pikte die op toen hij in 1993 als journalist een repor
tage maakte over native Americans in het voormalige
Nieuw-Nederland. Het zeer complexe interculturele
karakter van de Indiaanse geschiedenis, vooral ook in
deze regio, komt in dit krantenverhaal 'Was ik maar
indiaan' misschien het meest tot zijn recht in de
beschrijving van het zwarte en blinde opperhoofd
Eenzame Otter, die de scepter zwaait in het weinig
aantrekkelijke minireservaat van de Unkechaug aan de
zuidkust van Long Island. In 1740 spraken deze Indi
anen nog altijd Nederlands! Eenzame Otter heeft een
Nederlandse betovergrootvader. Die verkrachtte zijn
Door marteling met vuur brengen Mohawks een vijand ter
dood. Illustratie bij een reisverslag van David Pietersz de Vries
uit 1618 (afbeelding in Indianenverhalen).
betovergrootmoeder, zegt hij. De Unkechaug stonden
ooit voor de keus uit te sterven of met negers te trou
wen. Zo ontstond een zonderlinge stam van 'zwarte'
Indianen.
In een Westerscheldenummer mag een signalering
van Joost Heerens Tabula Scaldis-project niet ontbre
ken. Zes jaar werkte Heeren aan dit portret van de
Schelde in tekening en tekst. Het project omvat een
reeks exposities in de Scheldelanden en ook een fraai
uitgevoerd en geheel tweetalig boek Tabula Scaldis;
tafereel van de Schelde, images de l'Escaut (Studio
Mobile/Pieters, 29,50). Het volgt de rivier vanaf zijn
ontstaan in Noord-Frankrijk; vanaf de bron, het Grand
Souterrain, de grote kolenmijnen in Noord-Frankrijk
via beroemde steden zoals Valenciennes, Gent en
Antwerpen naar het mondingsbied, onze Zeeuwse
Westerschelde. Beeldend kunstenaar Joost Heeren
hanteert in het boek zelf ook veelvuldig de (schrijf)
pen, maar verzekerde zich óók van een aardig peloton
co-auteurs uit Frankrijk, België en Nederland, zowel
dode als levende: Monica van Paemel, Rinus van Es,
69 Zeeuws Tijdschrift 2010 1-2