I (Walburg Pers, 34,95), ook een forse dosis Schelde. Enkele voorbeelden: het neolithocum in het Land van Saeftinghe (venster 1), zoutzieden bij Zierikzee (ven ster 8) en de Oesterputten van Yerseke (venster 41). Een gelegenheid tot een aparte kijk op de Westerschelde, vanuit jaren-vijftig-cadillacs die langs de kunstwer ken op de Vlissingse boulevards zoefden, bood de presentatie in juni van het afgelopen jaar van 10.220 dagen beeldende kunst in Vlissingen, een uitgave van de Cultuurwerf in Vlissingen 15,00). Jan van Damme, Leon Riekwell en anderen beschrijven in dit speciale 'kunstmagazine' waarom Vlissingen in de afgelopen 28 jaar tot de tweede kunststad van Nederland is geworden. Het boek, groter dan A4 en 232 pagina's dik, is uiteraard zeer rijk geïllustreerd en biedt een staalkaart van alle kunststromingen die tot dusver aan bod kwamen, een selectie uit ruim driehonderd expo sities, een mix van jong talent en gevestigde namen, interviews, anekdoten én een handige plattegrond van kunst in de openbare ruimte in Vlissingen. Bij de explosie van vormen en opvattingen in 10.220 dagen steekt Moet het een schildertje worden? (ADZ, 25,00) bijna sober af. In dit 'Relaas van een Middelburger', zoals de ondertitel luidt, beschrijft schilder Hans Heeren (1926) hoe hij in zijn leven gegrepen werd door de ordening van vlakken en kleu ren. 'Afdrukken' noemt Heeren, die behalve beeldend kunstenaar en docent een goede verteller blijkt, zijn schilderijen, tekeningen en aquarellen: afdrukken van de geest, van de ziel en in de tijd. Afbeeldingen uit Heerens beeldarchief, familiefoto's e.d. bieden behalve een overzicht van de ontwikkelingsgang van de kunstenaar inderdaad ook een tijdsbeeld. Met behulp van Lo van Driel, die een vooral uit citaten bestaande beknopte inleiding maakte, heeft nu ook de Zeeuws-Vlaamse beeldend kunstenaar Johnny Beerens een mooie documentatie van zijn werk tot dusver afgeleverd: Johnny Beerens. Schilderijen - muurschil deringen - werken op papier (Walburg Pers, 29,50). Beerens werd vooral bekend door zijn grote muur schilderingen, zoals de druppels op de watertoren in Oostburg ('Levensbron', 1995) en de 'Broden en vissen' aan de silo te Breskens (1997). Tegenwoordig geeft hij de voorkeur aan lege landschappen, die met name te vinden zijn in het noorden. 'In IJsland had ik het gevoel dat ik in mijn eigen schilderijen rond liep', zegt Beerens. Het IJslandse licht vond hij terug in Noorwegen, het land waaraan hij zijn hart heeft verpand. Beerens is een bezeten kunstenaar oude stijl. Geen krant, geen televisie, geen vrije tijd. Zelfs papier voor zijn grote aquarellen maakt hij eigenhandig. Hij heeft er een demontabele papierfabriek voor gemaakt, die een of twee keer per jaar voor enkele weken wordt opgebouwd. Wat is eigenlijk nog de zin van Beerens' geobsedeerde en onnavolgbare hyperrealisme in deze tijd van digitaal geperfectioneerde fotografie? Beerens: 'De kracht van het doorwerkte beeld, dat een object op zichzelf is, is ook een tegenhanger van het virtuele pixel-beeld van ons digitale tijdperk! Daarin schuilt vandaag de dag ook de kracht van het geschilderde beeld, van mijn werk, zo mag ik hopen.' 71 Zeeuws Tijdschrift 2010 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2010 | | pagina 71