Fragmenten van de wandschildering (2000) van Lydia Schouten in het Zeeuws Archief te Middelburg voorstellende de ontdekkings reis van Jacob Roggeveen naar het Paaseiland in 1722. Foto: Anda van Riet. terug en liet zich in Middelburg registreren als nota ris. Later studeerde hij rechten, promoveerde, huwde en zou zo nog lang en vreedzaam als Middelburgs notabel hebben kunnen leven. Het liep anders. In mijn onderzoek heb ik nog lang niet alle lege plekken in dit rusteloze leven kunnen opvullen, maar vast staat dat Roggeveen in contact kwam met de Hattemisten en dat hij zijn leven lang binnen deze beweging een actieve rol heeft gespeeld. De Hattemis ten, genoemd naar Pontiaen van Hattem, een uit Sint Philipsland verdreven predikant, vormden gedurende een halve eeuw de luizen in de pels van de gerefor meerde kerk in Zeeland, in Brabant en in enkele Hol landse en Utrechtse steden. Hun geschriften werden verboden en verbrand. Vermoedelijk vanwege deze vervolgingen en de politieke onrust die sedert 1702 de stad beheerste, besloot Roggeveen het vaderland te verlaten. Begin 1707 vertrok hij voor de tweede maal naar Batavia, dit maal in de hoge rang van Raad van Justitie. Toen hij in 1715 terugkeerde in Middelburg moest hij vaststel len dat er juist een verheviging van de vervolgingen der Hattemisten had plaatsgevonden. Enkele leden van de beweging waren verbannen. Dit verhinderde Roggeveen niet om hen met volle inzet te steunen. Hij gaf drie delen uit van de nagelaten geschriften van Pontiaen van Hattem, en wat te verwachten was, hij werd nu zelf vervolgd. In 1719 volgde zijn verbanning uit Middelburg. In 1721 klopte Jacob samen met zijn broer Johan aan bij de West-Indische Compagnie. Ze hadden het oude plan van hun vader uit de la gehaald, ietwat 17 Zeeuws Tijdschrift 2010 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2010 | | pagina 17