opgepoetst en stelden de Compagnie voor het plan
uit te voeren. De bewindhebbers besloten positief en
in een verbazend hoog tempo werd een vloot van drie
schepen uitgereed waarvan Jacob commandeur werd.
Het lot van deze expeditie is vaker beschreven: de
schepen bereikten de Stille Oceaan, maar het Zuid-
land werd niet gevonden, wel tientallen eilanden in de
Stille Zuidzee waaronder Paaseiland en de Samoa- en
de Tonga-archipel. Uiteindelijk bereikte Roggeveen
met twee schepen en een uitgedunde bemanning
Java. Daar werd hij ingerekend. Een Nederlander die
niet in dienst stond van de VOC had in het octrooige-
bied van de VOC niets te zoeken, zo waren de regels,
dat wist Roggeveen zelf ook heel goed. En ondanks
zijn protesten stuurde de VOC hem terug. Hij kwam
thuis met lege handen.
Jacob Roggeveen leefde nog zeven jaar, in welke
periode hij nog een vierde deel van Van Hattems
geschriften uitgaf. Op 3 februari 1729 werd hij begra
ven in de Nieuwe Kerk.
Verdiensten
Waarom ondernam Jacob deze reis? Al in de achttien
de eeuw duikt het verhaal op dat Johan en Jacob hun
vader op diens sterfbed beloofd hadden zijn droom,
de ontdekkingstocht naar het Zuidland, uit te voeren.
Het zou waar kunnen zijn. Een ander motief is roem
en eer, maar Jacob Roggeveen valt, anders dan zijn
vader, nergens te betrappen op ijdelheid of een zucht
naar roem.
Deed hij het dan voor zijn nageslacht? Ook dat
valt uit te sluiten. Roggeveen is tweemaal gehuwd
geweest, maar in 1720 waren zijn echtgenotes al lang
overleden en kinderen had hij niet.
Is zucht naar geld een motief geweest? Ook dat
kan het niet geweest zijn. Roggeveen was gefortu
neerd. En hier komen we op ons eigenlijke onder
werp: de financiële situatie van Jacob Roggeveen.
Vader Roggeveen zal met zijn vele betrekkingen
redelijk hebben verdiend. Hij had zich de aankoop
van een huis aan de Dwarskaai kunnen veroorloven.
In 1679 overleed hij en kort daarop ook zijn vrouw.
Jacob zal dus het een en ander hebben geërfd. Moge
lijk heeft hij zijn eerste verblijf in Batavia aangewend
om dat kapitaal nog wat te vermeerderen. En vanaf
1683 moet hij als notaris een aardig inkomen heb
ben genoten. Hij kon zich in elk geval in deze jaren
de huur permitteren van een pand in de Noordstraat
(thans Lange Noordstraat 28), dat eigendom was van
de familie Boudaen Courten. Nog twee erfenissen
hebben zijn kapitaal vermeerderd. In 1689 van zijn
ongehuwd overleden broer Adriaen en van zijn echt
genote Maria Margarita Vincentius. Zij liet na haar
dood in 1693 1500 gulden na.
Toen Jacob in 1707 naar Batavia vertrok kan hij
dus al enig vermogen hebben opgebouwd. Als Raad
van Justitie verdiende hij aanzienlijk: 150 gulden per
maand. Daar kwamen nog emolumenten bij zoals
gratis kost en inwoning, representatiekosten, inciden
tele toeslagen en andere voordelen. Toen hij in 1715
was teruggekeerd stond, zo blijkt uit de archieven van
de VOC, op zijn rekening f 15.455,-. Een VOC-dienaar
die in een dergelijke positie uit Azië repatrieerde was
het toegestaan een bepaalde hoeveelheid goederen
mee terug te nemen. Daar bestonden nauwkeurige
regels voor. Volgens een VOC-verordening uit deze
periode mocht een Raad van Justitie zeven kisten van
5x2x2 Rijnlandse voet (30,8 cm) mee terugnemen.
Die zal hij niet hebben volgestopt met juridische
boeken maar met porselein, sitsen, thee, peper en
Aziatische rariteiten die hij als geschenk kon uitdelen,
maar die hij natuurlijk ook te gelde kon maken. Deze
zogeheten 'gepermitteerde goederen' kunnen moei
teloos nog enkele duizenden guldens hebben opge
bracht. Waarschijnlijk heeft hij ook nog geërfd van
zijn tweede echtgenote Anna Adriana Clement, die hij
in Batavia huwde en die daar overleed.
Samengevat: in 1715, na zijn terugkeer uit Azië,
kan Jacob Roggeveen - wanneer hij ook al voor zijn
reis gespaard had - toch minstens zo'n 20 tot 30.000
gulden hebben bezeten. Niet bepaald een dwingende
noodzaak om te beginnen aan een onzekere ontdek
kingsreis. Toch deed hij dat.
Wat heeft Roggeveen op zijn beroemde reis in
dienst van de WIC als commandeur verdiend?
Voor officieren en manschappen werden vooraf
de gages vastgesteld. De schippers op de drie schepen
verdienden ieder 70 gulden per maand. Een com
mandeur zal de rang van opperkoopman hebben
gekregen; de gage daarvan lag bij de VOC tussen de
80 en de 100 gulden. Gezien Roggeveens status en de
risico's van de hele reis moet hij voor 100 gulden per
maand op de rol hebben gestaan. In deze jaren gold
de regel 'schip verloren geld verloren', anders gezegd:
wiens schip verloren gaat ontvangt geen gage. Dat lag
bij deze expeditie anders. De WIC heeft bij uitzon-
18 Zeeuws Tijdschrift 2010 3-4