J CL,C&$ (fl
dering allen die terugkeerden uitbetaald. Roggeveen
had voor de 24 maanden durende ontdekkingsreis
dus 2400 gulden van de WIC kunnen ontvangen.
Dat is niet gebeurd. De reden daarvan is duidelijk.
In het plan voor deze ontdekkingsreis, dat hij op 10
april 1721 bij de directie van de WIC had ingediend
staat de volgende formulering: 'indien de voorn, ryse
niet wel uytviel, hij als dan niets voor sijne moeyte zal
genieten, maar ingevalle de voorn, voyagie en onder-
neeminge wel ende geluckigh komt uyttevallen ende
te reuseeren, ende de Compagnie daerbij groote voor-
deelen en conquesten komt te maaken, de gemelte
heer Roggeveen alsdan van de gedane winsten ende
voordeelen voor hem ende zijne Erven zal hebben
ende genieten eene geregte Thiende part.' Dat zou
gelden voor tien achtereenvolgende jaren. Roggeveen
ontving dus niets. Hij keerde terug met lege handen.
De oude dag
Jacob Roggeveen heeft na zijn terugkeer nog zeven
jaar geleefd, mogelijk in Middelburg, maar in de
belastingkohieren aldaar komt hij niet voor. Enkele
bronnen lichten ons in over zijn financiële positie.
In oktober 1723, drie maanden na terugkeer van zijn
onfortuinlijke expeditie vervoegde hij zich bij notaris
Charel Plevier te Zierikzee. Uit de acte die hij liet
opmaken blijkt dat hij nog 118 gulden tegoed had van
een weduwe te Batavia. Aan enkele hooggeplaatste
personen in Batavia verleende hij procuratie om dat
bedrag voor hem te innen.
Twee andere bronnen geven nog veel meer
informatie. Ten eerste zijn testament, ten tweede de
aanslag voor de collaterale successie, opgemaakt na
zijn dood. Van Roggeveens testament uit 1728 is een
afschrift bewaard gebleven. Daaruit blijkt dat hij de
grootste bedragen naliet aan de kinderen en kleinkin
deren van zijn in 1723 overleden broer Johan. Aller
eerst liet hij duizend gulden na aan de Haagse schil
der Daniël Vincentius jr., vermoedelijk de broer van
zijn eerste vrouw. Een andere Middelburgse vriend,
de VOC-schipper Daniël Keskes, - waarschijnlijk de
broer van de eerste vrouw van Johan - zal elk jaar op
Roggeveens sterfdag vijftig gulden ontvangen. Met
deze Daniël Keskes was Roggeveen in 1715 terugge
keerd uit de Oost.
Een aanzienlijker prelegaat gaat naar de zoon van
Johan Roggeveens dochter, Maria. Dit was Michiel
Adriaensz. Pille. Dit prelegaat bedroeg tienduizend
gulden, maar moest intact blijven zodat Maria tijdens
haar leven daar de revenuen van zou ontvangen.
Jacobs broer Johan had een zoon Arend, die
vier dagen voor dat dit testament werd opgemaakt
was overleden. Diens echtgenote, Johanna Marga-
retha Martijn, werd universeel erfgenaam. Maar ook
Johanna zou kort na het opstellen van dit testament
overlijden, waardoor haar enige, nog minderjarige
zoon Johan universeel erfgenaam werd. Zijn voogden
zouden zich met zijn erfenis belasten. Omdat Jacob
de kinderen van zijn broer op zijn minst een gelijk
part zal hebben willen nalaten, zal dat deel ook min
stens 10.000 gulden hebben bedragen. In feite was
het veel meer.
De tweede aanwijzing dat Roggeveen gefortuneerd
gestorven is, blijkt uit de collaterale successie, de suc
cessiebelasting waarmee een nalatenschap bezwaard
wordt indien er geen huwelijkspartner of kinderen
achterblijven. Nadat Jacob Roggeveen eind januari
1729 was overleden kwamen de commissarissen van
deze belasting zijn nalatenschap inventariseren. Zij
taxeerden die op 8797 Vlaamse ponden, dat wil zeg
gen: f 52.782,- dus aanzienlijk hoger dan we hierbo
ven globaal hebben berekend.
Dat bedrag, zo laat het zich aanzien, is vooral
zo hoog kunnen worden door Jacobs verdiensten in
Batavia. Hoe het is toegenomen door verstandige
investeringen is vooralsnog niet duidelijk. Zijn nota-
risactiviteiten, een spaarzaam, kinderloos leven heb
ben ongetwijfeld ook bijgedragen aan de gestage groei
van zijn kapitaal. Maar in elk geval staat vast dat het
kapitaal van de avontuurlijke Jacob Roggeveen niet tot
stand is gekomen door zijn beroemdste wapenfeit, de
ontdekking van Paaseiland.
Bronnen en literatuur
VOC-archief in het Nationaal Archief te Den Haag
Zeeuws Archief, Archief van de Rekenkamer van Zeeland D.
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen,
Collectie handschriften
Archief van Schouwen-Duiveland, Zierikzee, Notarieel Archief
F.E. Baron Mulert, De reis van Mr. Jacob Roggeveen ter ontdekking
van het Zuidland (1721-1722) (Den Haag 1911)
Theo de Roos, 'Een onbekende echtgenote van Jacob Roggeveen'
in Nehalennia 80, winter 1990, 6-8
Handtekening Jacob Roggeveen in handschriftencollectie Kon.
Zeeuwsch Genootschap.]
19 Zeeuws Tijdschrift 2010 3-4