f "«f V 1! fifc M fatw ÏP r m v*\ "v ■W* mi m\ 11— M 1 j ipa9 Robert Sidney (1553-1626), gouverneur van Vlissingen. Robert Rich (1587-1658), de latere Earl van Warwick. Throckmorton, Elizabeth, was getrouwd met Thomas Dale, die tussen 1611 en 1616 verschillende functies in Virginia bekleedde. In 1616 voer Dale op de Treasurer van Robert Rich terug naar Engeland. 9 Aan het begin van de zeventiende eeuw bestond er een puriteins/calvinistisch Engels/Zeeuws netwerk, gebaseerd op gemeenschappelijke anti-Spaanse en anti-Portugese sentimenten, waarin Robert Sidney en Robert Rich waarschijnlijk leidende figuren waren. Gedurende de bestands jaren leidde dit tot verschil lende gemeenschappelijke Engels/Zeeuwse expedities naar West-Indië en de Wilde Kust, het gebied tussen de rivieren Amazone en Orinocco, waarbij Zeeuwse ondernemers en bestuurders als Jan de Moor en Pieter Boudaen Courten betrokken waren.10 In dat licht is het niet merkwaardig dat de Treasurer met een Zeeuws schip heeft samengewerkt om een Portugese slavenhaler te overvallen. De Sao Joao Bautista Door het Verdrag van Tordesillas (1494) hadden de Spanjaarden geen toegang tot de West-Afrikaanse slavenmarkt. Daarvoor waren ze afhankelijk van Portugese handelaren die voor de levering van een bepaald aantal slaven aan de Spaanse overzeese gebie den een contract hadden, asiento genaamd, met de Spaanse kroon. Tussen 1615 en 1622 was Antoinio Fernandes Delvas de asentista voor de levering van Afrikaanse slaven. Tegen betaling van 115.000 duka ten was hij verplicht om jaarlijks tussen de 3.500 en 5.000 Afrikaanse slaven via de havens Vera Cruz en Cartagena te leveren.11 De Nederlands Amerikaanse historicus Engel Slui ter heeft aangetoond dat in 1619 zes Portugese slaven schepen Vera Cruz hebben aangedaan. De menselijke lading van de schepen was afkomstig van Sao Paulo de Loanda, de hoofdstad van Portugees Angola. Eén van de schepen was echter onderweg een deel van haar lading kwijtgeraakt. In de woorden van Sluiter: Enter on the credit side the receipt of 8.657,875 pesos paid by Manuel Mendes de Acunha, master of the ship San Juan Bautista, on 147 slave pieces brought by him into the said port on August 30, 1619, aboard the frigate Santa Ana, master Rodrigo Escobar. On the voyage inbound, Mendes de Acun ha was robbed at sea off the coast of Campeche by English corsairs. Out of 350 slaves, large and small, he loaded in said Loanda (200 under a license issued to him in Sevilla and the rest to be declared later) the English corsairs left him with only 147, including 24 slave boys he was forced to sell in Jamaica, where he had to refresh, for he had many sick aboard, and many had already died.12 Deze nogal zakelijke mededeling roept twee vragen op. Allereerst is er sprake van twee Engelse kapers. Sluiter meent echter dat het hier om de Treasurer 23 Zeeuws Tijdschrift 2010 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2010 | | pagina 23