BeroniciusP.J. - Quae extant. P. Rabus recensuit et Georgarchontomachiae notas addidit. Boeren- en Overheidsstrijd voor de vuist gedicht in 't Nederduitsch overgezet door P. Rabus. Nevens eenige andere Gedichten, en een Byvoegsel van 's Mans Leven in de Vorreden. De vierde druck. Amsterdam: N. ten Hoorn, 1716, 175 p., klein octavo, origineel halfleer, rug met 5 ribben, met frontispice en 4 paginagrote gravures. Foto: Zeeuws Veilinghuis. innemen van Middelburg, in twee boeken. Heldendicht voor de vuist beschreven door een ooggetuige. Met fraaie kopergravures versierd. In deze editie geeft 'J.B.' een vertaling 'in vloeijende Dichtregels' (hier 'JB'). Hij leefde in wijn, en stierfin water Wie was Beronicius? Onze enige bron is een Latijnse tekst van de remonstrantse predikant Anthonie Borremans (1676), die geparafraseerd werd door Rabus en J.B. Lees Rabus, Voorreden aan den Lezer. 'Flux komt er aanstappen een klein, zwart, rond-dik ventje, nauwelijks een kleed aan 't gat hebbende, gelijk een schobbejak: maar als men hem wat nader bezag, blonk iets ongemeens en verhevens in zijn wezen. Ernsthaftigheid, en ik weet niet welke een bijzondere majesteit was zijn trony. Zijn oogen glim- den als kolen viers, men bespeurde in zijn armen en beenen een wondere en onophoudelijke gezwind heid.' J.B. zegt: 'Hij was schoorsteen-veger, schaar- slijper, ervaren letter-beoordelaar en vaardig dichter.' 'In 't Latijn was hij dermate bedreven, dat zelfs de hoogleraar Johan Frederik Gronovius somwijlen, zegt men, schroomde, in dezelve met hem te spreken. Een andere bron zegt dat het professor 'Gymnich' was - de rector van de school in Vlissingen, J.F. Gymmenich. C.J. Krijger ontdekte hem in het register uit 1758 De Vlissingsche Kerkhemel ofte levensbeschrijving van alle de hervormde leeraren die sedert den afval van Spanjen 1572, tot op dezen tyd, in de Nederduytsche kerke van Vlissin gen gearbeydt hebben. Dat is waarschijnlijker. (Krijger uit Gapinge studeerde in 1986 Nederlands in Leiden en schreef een scriptie over Beronicius.2) Zijn herkomst verzweeg Beronicius. Zijn einde was voorspelbaar. J.B. vertelt: 'Hij is in dronkenschap gesmoord, en in een moddersloot dood gevonden. Deze zijne Leef- en Sterfwijze heeft den Heere D. Buysero gelegenheid gegeven tot het opstellen van het volgende grafschrift: Hier ligt een wonderlyke Geest, Die leefde en stierf, gelyk een Beest. Hy was een misselyke Sater: Hy leefde in Wyn, en stierf in Water 46 Zeeuws Tijdschrift 2010 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2010 | | pagina 46