Voorgevel van het rusthuis Avondrust in Hoek anno 2009, door De Bruijne in 1931 ontworpen in een vrij sobere strakke vorm, zon der veel decoratie maar met een heel precies gevoel voor eenvoudige details. Foto: Johan de Koning. brandweer. Met recht kan het een multifunctioneel gebouw avant la lettre genoemd worden. Om dit alles op ordentelijke wijze in elkaar te passen zonder deze praktische functies aan de buitenkant zichtbaar te maken, diende een architect van formaat gevonden te worden: De Bruijne dus. Hij ontwierp een tamelijk langgerekt bakstenen gebouw, zodat het front meer uitstraling kreeg dan op grond van al de functies verwacht mocht worden. Door het invoegen van een kleine toren, ongeveer in het midden van de gevel, wordt een mate van eenheid gesuggereerd die door de ingewikkelde plattegrond wordt weersproken. Het toont zich echter bijzonder fraai en met enige status in de straat. In de stenen gevels wordt een beperkt reliëf zichtbaar en in de geraffineerde raamverdeling zijn de afzonderlijke functies terug te lezen. Door bakstenen rechtop te zet ten wordt aan de onderzijde van het gebouw over de gehele lengte een plint gevormd, waarop de onderste rij kozijnen als het ware steunen. Tussen de staande en de liggende bakstenen is een rand van zwart gegla zuurde stenen verwerkt, zodat de overgang nauwkeu rig wordt benadrukt. Deze ingetogen versiering moest het voorname karakter van dit gebouw benadrukken. Bij de vormgeving van de toren koos De Bruijne voor een monumentale aanpak. Onderin de grote deuren, daarboven een naar buiten gebogen stenen balkon op betonnen vloerplaat en bovenin vier kleine raampjes, die twee aan twee het uitzicht over de hoe ken van de toren mogelijk maken. Achter de grote deuren een traphal van waaruit men rechtsaf de secre tarie en de burgemeesterskamer bereikt en linksaf het theater kan betreden. Helemaal aan de linkerkant van het gebouw zetelt de brandweer. Auto's kunnen in en uit via een tweede stel forse deuren. Ook kan via deze entree de kleine gehoorzaal toegankelijk gemaakt wor den aan de zijde van het podium. De aanbesteding vond plaats op 18 augustus van dat jaar en de bouw moest binnen honderd dagen gereed zijn. Bij de officiële ingebruikname van het raadhuis, op 4 mei 1928, door burgemeester J. Hui- zinga, was ook een journalist van de TerNeuzense Cou rant aanwezig. Hij publiceerde zijn verslag op 9 mei en schetste de problemen waarmee de architect wor stelde. De bouwtijd werd fors overschreden. In plaats van drieënhalve maand werd er achtenhalve maand aan gewerkt. De elektrische verlichting is een noviteit die de aandacht trok en de nauwgezette begeleiding 6i Zeeuws Tijdschrift 2010 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2010 | | pagina 61