DE KLIK TUSSEN OOSTERSE EN ZEEUWSE FASCINATIE
tekst Hanna Schouwenberg
Ingrid van de Linde is één van de tien kunstenaars
die in het kader van KanaalKunst Goes deze zomer
hun werk tonen aan 't Sas van Goes. Haar project
Windvlagen is geïnspireerd op een uitspraak van Joris
Ivens: 'De wind ziet alles, het is de grote stroom
waarop de mensheid zich voortbeweegt.' Ingrid: 'Als
beeldend kunstenaar en dichter laat ik mij leiden door
wat zich aandient en van daaruit ga ik op zoek naar
de kern van wat mensen en ideeën samenbrengt, naar
de bindende en ontbindende factoren. In Windvlagen
worden de wind, het (nood)lot en toeval samenge
bracht. Daar waar de wind de kop opsteekt, blijft niets
meer hetzelfde...'
Van een Strotol, Windhuis en Lichtekooi
Het project Windvlagen kent drie onderdelen.
Allereerst de objecten van Ingrid: Strotol, Windhuis
en Lichtekooi. Deze objecten worden omringd door
haar gedichten. Om het project in een breder perspec
tief te plaatsen, heeft zij drie schrijvers uitgenodigd.
Schrijvers die zich ook verbonden voelen met de loca
tie en het thema. De drie schrijvers zullen vertellen
over hun werk in een oude schaapskooi gelegen aan
de Kooiweg aan 't Sas van Goes. 'Met de Strotol ga ik
terug naar een beeld uit mijn jeugd: een oude tol die
aangedreven door de wind zachtjes door het Zeeuwse
landschap tolt. Een bromtol die zacht zoemend alle
beelden wegdraait en "willekeurig" zijn plaats van
stilstand kiest.' Bij de objecten Windhuis en Lichtekooi
wordt het oeroude harde materiaal ijzer gecombineerd
met zachte schaapswol die het beeld omhult. 'De geur
van schapen, de geur van stro, aangedreven door de
wind van zee, geeft een nestgevoel. Het dierlijke, het
natuurlijke in ons mens-zijn voert mij tot de essen
tie.' Uit Windhuis stijgen gedichten op. Die zijn sinds
2004 een vast onderdeel van haar werk. Zij gaan een
duet aan met het beeld. Kenmerkend is dat de stilte,
het niet gezegde, net zo belangrijk is als het gespro
kene. Een voorbeeld daarvan is het volgende gedicht.
door de ogen van een pelgrim
zag ik mijzelf
transparant
als lichtwezen danste ik mijn lichtekooi
beschermd en veilig voor de nacht
ver achter mijn schaduw
dook ik de diepte in
het licht doorboorde mijn rug
trok me omhoog
de lichtekooi omhult de leegte
als tol
als baarmoeder wacht ze op nieuw zaad
alleen wat echt is, duurt eeuwig
fluistert de wind in mijn oor
de viervoeter houdt vast en nagelt zich aan de grond
zijn lichaam lost op in de ether en transformeert
vleugels naar de wolken.
Naakt sta ik in de ogen van het onbekende
77 Zeeuws Tijdschrift 2010 3-4