VIER BOEKEN MET EEN VISIE EEN INTEGRALE GESCHIEDENIS VAN ZEELAND Door Jan J.B. Kuipers Mijlpalen, daar houden historici van. Niet alleen om er hun geschiedverhalen mee te structureren, maar ook - en dat aspect delen ze met overheden - om ze als aanleiding te gebruiken voor hun projecten. Voor Zeeland was 29 maart 1814 zo'n mijlpaal. Toen werd het grondgebied van de provincie voor het eerst onder één bestuur samengevoegd. 2014, het tweehonderd jarig jubileum van dit feit, geldt als 'jubeljaar' om de Zeeuwse identiteit en eenheid te onderstrepen. In dat jaar wordt ook een groot overzichtswerk van de Zeeuwse geschiedenis voltooid: vier delen van in totaal zo'n veertienhonderd bladzijden gericht op een breed, geïnteresseerd publiek. Ongeveer twintig, op één na academisch geschool de historici en enkele archeologen die hun sporen op het terrein van de Zeeuwse geschiedenis hebben ver diend, werken mee aan het project. Het onderzoek is in 2008 gestart, in 2012 wordt het eerste deel gepre senteerd. De verschijning hiervan was eerst eind 2011 gepland, maar dit is opgeschoven wegens financieel- administratieve discussies met de Belastingdienst. Het eerste deel behandelt de periode tot 1300 (inclu sief de prehistorie) en de periode 1300-1550. Band twee (periode 1550-1700) wordt eveneens verwacht in 2012, het derde deel (1700-1850) in 2013 en het vierde (1850-2000) in 2014. Het project wordt gedragen door de Stichting His torisch Onderzoek Zeeland (SHOZ) en geleid door dr. Paul Brusse van het Onderzoeksinstituut voor Geschiedenis en Cultuur (OGC) van de Universiteit Utrecht. De redactie bestaat uit prof. dr. P.A. Hende- rikx (deel 1), prof. dr. W.W. Mijnhardt (deel 2), dr. J.C. Dekker (deel 3) en dr. J. Zwemer (deel 4). Het Zeeuws Archief en de Zeeuwse Bibliotheek verlenen verschil lende faciliteiten. De provincie Zeeland financiert het project, de boeken verschijnen bij uitgeverij Waan- ders. Brusse: 'Het instituut heeft ervaring met het opzetten van projecten voor een breed publiek. De auteurs die bij het project betrokken zijn, merendeels historici met Zeeuwse wortels en/of grote belangstel ling voor de Zeeuwse geschiedenis, kunnen goed schrijven en kennen hun publiek en geschiedenis.' Ingewikkelde zaken vereenvoudigen Geschiedenis wordt op verschillende niveaus uitge oefend, zegt Paul Brusse. 'Een aantal auteurs publi ceert ook in internationale wetenschappelijke tijd schriften, maar zij beseffen heel goed dat zij met het Zeelandproject niet alleen voor collega's schrijven.' Er wordt volgens Brusse wel enige intellectuele bagage bij de lezer verwacht. 'Iemand die niet of weinig leest zal ook deze boeken niet ter hand nemen.' Is de eis van wetenschappelijke degelijkheid über haupt te combineren met de wens om te schrijven voor een publiek op havo-niveau? Prof. dr. Peter Hen- derikx, eindredacteur van deel 1 en de belangrijkste auteur van dat deel, zegt: 'Dit is een fundamenteel punt, inherent aan het vak. Het uiteindelijke doel van historisch onderzoek moet toch zijn ingewikkelde zaken verantwoord te vereenvoudigen zodat zij voor heel veel mensen begrijpelijk worden. Dat kost soms meer zweetdruppels dan het oplossen van de moei lijke vraagstukken zelf, zeker wanneer je ook nog aan strenge omvanglimieten vast zit.' Paul Brusse wijst op de functie van een goede vormgeving: 'De toegankelijkheid wordt vergroot indien de boeken mooi worden vormgegeven en er veel afbeeldingen en toelichtende kaarten in worden opgenomen.' De primaire opzet van de nieuwe geschiedschrij ving is chronologisch. 'Dat is gedaan omdat dit het meest publieksvriendelijk is', verklaart Brusse. 'Het sluit het beste aan bij ons besef van tijd, vergeleken met een in de eerste plaats thematische indeling. Ook is op die manier de noodzakelijke samenhang het beste te verkrijgen.' Op basis van de chronologische indeling hebben de ontwerpers van het project een complex samen stel bedacht van ijkpunten (jaartallen), zes thema's (bijvoorbeeld 'land en water', 'bewoning en sociale structuren', 'economische geschiedenis') en zes 84 Zeeuws Tijdschrift 2010 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2010 | | pagina 84